4.1: De koning en zijn leenmannen

4.1: De koning en zijn leenmannen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1: De koning en zijn leenmannen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Herhaling vorige les... Wat weten we nog over: Karel de Grote?
  • Uitleg 4.1: De koning en zijn leenmannen.
  • Aan de slag met opdrachten.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les....
- Weet je de betekenis van de volgende begrippen: feodalisme, vazallen, leenman, leenheer, zendgraven
- Kun je uitleggen hoe het bestuur via het leenstelsel/feodalisme werkt.
- Kun je een antwoord geven op de deelvraag: Hoe werd het Frankische rijk bestuurd?

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog over: Karel de Grote?

Slide 4 - Woordweb

4.1: de koning en zijn leenmannen

Slide 5 - Tekstslide

Begrippen:
  1. vazallen: Krijgsman die trouw had gezworen aan de koning.
  2. leenman: Edelman die een gebied bestuurde voor zijn leenheer.
  3. Leenheer: Edelman die een deel van zijn gebied liet besturen door iemand anders.
  4. zendgraven: Iemand die namens de koning door het rijk reisde en de leenmannen controleerde.

Slide 6 - Tekstslide

Het Feodalisme/ Leenstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Het rijk van Karel de Grote

Slide 8 - Tekstslide

Waarom het Feodalisme?
  1. Wegen zijn erg slecht --> koning kan niet overal in het rijk komen.
  2. Gebied is te groot om alleen te besturen.

Slide 9 - Tekstslide

Het leenstelsel / feodalisme
Een leenheer deelt zijn rijk op in stukjes, elk stukje laat hij besturen door een leenman. De leenman mag op het stukje grond (een leen) doen wat hij wil maar.... hij moet wel:
  1. Trouw zweren aan de koning
  2. besturen en rechtspreken
  3. elk jaar belasting betalen.
  4. meehelpen bij oorlogen van de koning.
Zendgraven reizen rond om wetten door te geven en de leenmannen te controleren.

Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er op deze afbeelding?

Slide 11 - Open vraag

Karel de Grote is in het systeem van het feodalisme de .....
A
leenheer
B
leenman

Slide 12 - Quizvraag

Wat moet een leenman doen voor de leenheer?

Slide 13 - Open vraag

Herhaling: Wat is een directe bron?

Slide 14 - Open vraag

Herhaling: Wat is een indirecte bron?

Slide 15 - Open vraag

Aan de slag
Maak de opdrachten op de online methode
(alle opdrachten die er staan)

Slide 16 - Tekstslide

Aan het einde van deze les....
- Weet je de betekenis van de volgende begrippen: feodalisme, vazallen, leenman, leenheer, zendgraven
- Kun je uitleggen hoe het bestuur via het leenstelsel/feodalisme werkt.
- Kun je een antwoord geven op de deelvraag: Hoe werd het Frankische rijk bestuurd?

Slide 17 - Tekstslide

voor de volgende les.... 
bekijk het volgende Filmpje: 
 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video