H2L14 - 2HVMC - Dinsdag 9 januari - Grammatica zinsdelen

Welkom 2HVMC


: )


Planning van dit uur
  • Uitleg

  • Zelfstandig werken of stillezen 

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn;
  • heb je herhaald wat nevenschikking en onderschikking is in een zin;
  • heb je geleerd wat werkwoorden met een wederkerend werkwoord zijn. 

Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek) 
  • Creatieve boekopdrachten (vrijdag 2 februari)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 2HVMC


: )


Planning van dit uur
  • Uitleg

  • Zelfstandig werken of stillezen 

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn;
  • heb je herhaald wat nevenschikking en onderschikking is in een zin;
  • heb je geleerd wat werkwoorden met een wederkerend werkwoord zijn. 

Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek) 
  • Creatieve boekopdrachten (vrijdag 2 februari)

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
timer
5:00
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 8 en 11 van 2.9 Spelling)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 2 - Tekstslide

Soorten zinnen
Enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Eén persoonsvorm
- Twee zinnen aan elkaar geplakt met een   
   voegwoord
- Twee persoonsvormen 
De man eet een taart. 
De man eet een taart en de man drinkt koffie. 

Slide 3 - Tekstslide

Samengestelde zin
NEVENSCHIKKING
ONDERSCHIKKING
Hoofdzin + hoofdzin


Voegwoorden: 
want, maar, en, of, dus
Hoofdzin + bijzin of bijzin + hoofdzin


Voegwoorden:
omdat, toen, sinds, dat

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zin
NEVENSCHIKKING
ONDERSCHIKKING
Hoofdzin + hoofdzin


Voegwoorden: 
want, maar, en, of, dus
Hoofdzin + bijzin of bijzin + hoofdzin


Voegwoorden:
omdat, toen, sinds, dat
De man eet een taart en de man drinkt een kop koffie. 
De man eet een taart omdat hij honger heeft

Omdat hij honger heeft, eet de man een taart. 

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1. 
NEVENSCHIKKING of ONDERSCHIKKING? 
Kan je het voegwoord weglaten en blijven er dan twee goede zinnen over? 

De bakker is jarig, dus hij bakt geen taart vandaag

De bakker is jarig. Hij bakt geen taart vandaag. 

Ja?       Hoofdzin + hoofdzin - dus:  
              NEVENSCHIKKEND

Nee?    Hoofdzin + bijzin of bijzin + hoofdzin dus: 
             ONDERSCHIKKEND

Slide 6 - Tekstslide

Stap 2.
Welke zin is de bijzin? 
  • Een bijzin kan niet los op zichzelf staan

  • Een bijzin is een onderdeel van de hele zin (je kan het vervangen door één woord)

  • In een bijzin kunnen er woorden tussen de persoonsvorm en het onderwerp staan, in een hoofdzin kan dat nooit

  • Het voegwoord staat vaak vooraan in de bijzin

  • De werkwoorden staan vaak achteraan in de bijzin


Slide 7 - Tekstslide

Stap 2.
Welke zin is de bijzin? 
  • Een bijzin kan niet los op zichzelf staan
  • Een bijzin is een onderdeel van de hele zin (je kan het vervangen door één woord)
  • In een bijzin kunnen er woorden tussen de persoonsvorm en het onderwerp staan, in een hoofdzin kan dat nooit
  • Het voegwoord staat vaak vooraan in de bijzin
  • De werkwoorden staan vaak achteraan in de bijzin


Terwijl de leerling naar de muziek luisterde, droomde ze weg in haar gedachten

Slide 8 - Tekstslide

Ik | heb | een taart | gegeten || en | ik | danste | de hele middag. 

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
        wg                        wg                          wg
Ik | heb | een taart | gegeten || en | ik | danste | de hele middag. 

Slide 10 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
- Alle werkwoorden in de zin
Hij heeft vandaag zitten slapen.
- Een deel van het splitsbaar werkwoord
Hij eet zijn broodje op.
- Het woordje 'te' 
Marien zit vaak te gamen.
- De woorden 'aan het'
Ook Roy is wel eens aan het gamen.
- Wederkerend voornaamwoord
Zij schamen zich nergens voor. 

Slide 11 - Tekstslide

Uitlegfilmpje

Slide 12 - Tekstslide

Individueel werken
Wat
- Maak opdracht 3, 5, 7 en 8 van 2.7 Grammatica zinsdelen 
- Maak opdracht 9 t/m 11 van 2.7 Grammatica zinsdelen 

Hoe
Rustig overleggen met degene naast je 
Hulp
Docent 
Tijd
Tot het einde van de les 
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie van hoofdstuk 2
Klaar
Lees in je leesboek of werk aan de creatieve opdrachten 

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij

  • hebt herhaald wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn;
  • hebt herhaald wat nevenschikking en onderschikking is in een zin;
  • hebt geleerd wat werkwoorden met een wederkerend werkwoord zijn. 

Huiswerk
  • Donderdag: maak opdracht 3, 5, 7, 8 en 9 t/m 11 van 2.7 Grammatica zinsdelen

    Slide 14 - Tekstslide