twee of meer argumenten ondersteunen gezamenlijk het standpunt
B
een argument wordt ondersteund door een of meer subargumenten
C
je hebt twee argumenten die samen geldig moeten zijn
D
een argumentatie met heldere opbouw
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
meervoudige argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige onderschikkende argumentatie
Slide 5 - Quizvraag
Wat is onderschikkende argumentatie?
A
er zijn twee losse argumenten
B
je hebt één argument die het standpunt alleen kan ondersteunen
C
een argument wordt ondersteund door een ander argument
D
het eerste argument krijgt hulp van een tweede argument
Slide 6 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende en onderschikkende argumentatie
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
neven- en onderschikkende argumentatie
D
onderschikkende argumentatie
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
nevenschikkende argumentatie
B
enkelvoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende en onderschikkende argumentatie
Slide 9 - Quizvraag
Argumentatiestructuur
Slide 10 - Tekstslide
Standpunt = leerlingen moeten zelf hun docent kiezen Verzin 2 argumenten, maak ze onderschikkend
Slide 11 - Open vraag
Argumentatieschema's
3 soorten:
1) Argumentatie op basis van kenmerken
2) Argumentatie op basis van vergelijking
3) Argumentatie op basis van causaliteit
Slide 12 - Tekstslide
Ik vrees dat leerkrachten in het basisonderwijs niet de zo gewenste loonsverhoging zullen krijgen, want de docenten in het voortgezet onderwijs kregen laatst ook nul op het rekest.
Dit is een argumentatieschema op basis van ...
A
kenmerk of eigenschap
B
oorzaak en gevolg
C
voorbeelden
D
vergelijking
Slide 13 - Quizvraag
Martha is een goede schrijfster, want ze weet haar lezers altijd te boeien met haar blogposts. Welk soort argumentatieschema is dit? Een argumentatieschema op basis van ...
A
autoriteit
B
kenmerk/eigenschap
C
vergelijking
D
oorzaak-gevolg
Slide 14 - Quizvraag
Scheiden moet niet duurder worden. Ouders zullen dan minder gaan scheiden en daardoor zullen kinderen langer in een ruziënde omgeving moeten leven. Argumentatieschema op basis van ...
A
doel/middel
B
kenmerk/eigenschap
C
oorzaak / gevolg
D
voor- / nadelen
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn drogredenen?
A
redenering met droge feiten
B
tegenargumenten
C
een reden die niet klopt, maar wel waarschijnlijk lijkt
D
argumenten om je standpunt te onderbouwen
Slide 16 - Quizvraag
Welke drogreden herken je? Kies uit: overdrijven voor- en nadelen, vals dilemma, overhaaste generalisatie, onjuist beroep op autoriteit, verkeerde vergelijking, persoonlijke aanval, ontduiken van bewijslast, cirkelredenering, vertekenen van het standpunt of bespelen van publiek.
Meneer Brand zegt wel hoe belangrijk het is om goed Nederlands te schrijven in een sollicitatiebrief, maar hij had gisteren zelf ook een spelfout in zijn presentatie staan.
Slide 17 - Open vraag
Drogredenen
1. Autoriteitsargument
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Verkeerde vergelijking
5. De persoonlijke aanval
6. Het ontduiken van bewijslast
7. De cirkelredenering
8. Het vertekenen van een standpunt
9. Het bespelen van publiek
Slide 18 - Tekstslide
Drogredenen
6. Het ontduiken van bewijslast
"Geef me 1 reden waarom ..."
"Iedereen snapt wel dat ..."
8. Het vertekenen van een standpunt
"Jij bent tegen collecteren? Oh, dus jij bent tegen de medemens helpen?"