Herhaling taal blok 8

Herhaling taal blok 8
Bijwoorden, voornaamwoorden en alfabetiseren.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Herhaling taal blok 8
Bijwoorden, voornaamwoorden en alfabetiseren.

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn bijwoorden?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een bijwoord?
A
Boom
B
Werken
C
Snel
D
Tien

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het bijwoord in de zin?
Ik zal je vandaag bellen voor de volgende afspraak.
A
zal
B
vandaag
C
volgende
D
afspraak

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de bijwoorden in de zin?
We zijn op het moment erg druk bezig met bezorgen.
A
zijn druk
B
bezig met
C
erg druk
D
op het moment

Slide 5 - Quizvraag

Bedenk zelf een zin
met minstens 2 bijwoorden.

Slide 6 - Woordweb

Welke soorten voornaamwoorden ken je nog?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het vragend voornaamwoord?
Welke illustratie vind jij mooi?
A
Welke
B
vind
C
jij
D
mooi

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?
Voetbal jij het liefst op kunstgras?
A
Voetbal
B
jij
C
liefst
D
op

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Hij blijft aan mijn spullen zitten.
A
Hij
B
blijft
C
aan
D
mijn

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Ik vind die tekening erg mooi.
A
Ik
B
erg
C
die
D
mooi

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het wederkerend voornaamwoord?
Wij ergeren ons aan de troep.
A
Wij
B
ons
C
aan
D
troep

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de woorden naar de juiste woordsoorten toe. 
Bezittelijk
vnw

Wederkerend
vnw

Persoonlijk
vnw




                                        

Jij

bemoeit
je
met
mijn
tekening

Slide 13 - Sleepvraag

Sleep de woorden naar de juiste woordsoorten toe. 
Bezittelijk
vnw

Wederkerend
vnw

Aanwijzend
vnw

Zij
schaamt
zich
voor
haar
gedrag

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is alfabetiseren?

Slide 15 - Open vraag

Welk woord komt als laatste in de alfabetische volgorde?
A
Leger
B
Fietsen
C
Slang
D
Vlieg

Slide 16 - Quizvraag

Welk antwoord staat in de juiste alfabetische volgorde?
A
Lijst, beeld, kleur, kaas
B
Beeld, kaas, kleur, lijst
C
Beeld, kleur, kaas, lijst
D
Kaas, kleur, beeld, lijst

Slide 17 - Quizvraag

Bedenk een toetsvraag
over 1 van de 3 doelen.

Slide 18 - Woordweb