Introductie economie + H-1 paragraaf 1.1

Introductie economie
H-1 paragraaf 1

Havo 3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Introductie economie
H-1 paragraaf 1

Havo 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even voorstellen
Mijn naam is: Mw. Lagarde
Vakken: Economie en Beroeps vak Economie & Ondernemen

Mijn schoolloopbaan: VMBO , MBO, HBO

Thuis: Woon alleen in Dordrecht.

Hobby’s: Reizen, zwemmen, waterpolo, sneakers en met vrienden leuke dingen doen.

Waarom ik docent ben geworden? Jullie helpen met het ontdekken van je talent(en), je helpen met groeien en je helpen voor te bereiden voor de maatschappij.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie ben jij?
Ga staan als je:
- Wie is er nieuw in de klas?
- Wie komt er uit Den Haag?
- Wie komt er op de fiets?
- Wie kijkt het journaal (jeugd)?
- Wie vind NL een makkelijk vak?
- Wie vind WI een makkelijk vak?
- Wie beoefend er een sport?

- Wie weet nog een leuke vraag?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken
Schrijf op je Post-it welke afspraak jij heel belangrijk vind om te maken voor dit jaar.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken
- Er bestaan geen foute of gekke vragen. Dus stel gewoon je vraag!
- Fouten maken moet!
- Belangrijk! We zijn stil en we luisteren naar elkaar als de docent of een klasgenoot praat.
- Telefoon laat je in je kluisje of tas. Soms heb je je telefoon nodig, maar alleen met toestemming van de docent.
- Je komt op tijd in de les.
- Je hebt altijd je spullen bij je. (rekenmachine, leeropdrachtenboek, schrift en Chromebook)
- Je hebt een opgeladen Chromebook bij je.
- Geen jassen of petten aan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen



Zijn er vragen tot nu toe?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handleiding van jezelf

- Boek Praktische Economie
- Google Classroom
- Google forms invullen
- Waarom?


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij economie!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk beeld heb jij van het vak economie? (verboden woord: geld)

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Economie
 οἶκος    = oikos = huis
νόμος   = nomos = regel 

Economie is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak en Gevolg
Economie gaat heel erg over oorzaak en gevolg.

Bijv. inflatie
Als de prijzen stijgen zullen consumenten (mensen) minder te besteden hebben. 
Wat zullen bijv. de bedrijven doen die producten maken of de overheid?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inflatie: Wat zullen bijv. de bedrijven doen die producten maken of de overheid?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning Paragraaf 1.1
- LessonUp
- Opdrachten maken in tweetallen
- Zelfstandig werken

Slide 13 - Tekstslide

Wekenschema: 

file:///C:/Users/lrd/Downloads/Wekenschema%20EC%202023_2024%20-%20klas%203H.pdf
1.1 voor niks gaat de zon op

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je kunt de economische begrippen schaars goed, vrij goed, middelen, behoeften, zelfvoorziening, consument en consumptiegoed herkennen in praktijksituaties en toelichten.
- Je kunt de vier productiefactoren onderscheiden.
- Je kunt het verschil uitleggen tussen een consumptiegoed en een kapitaalgoed.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig lezen
- Paragraaf 1.1
- Zachtjes fluisteren mag
- Ben je klaar? Begin alvast met de opdrachten van par. 1.1
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productiefactoren
  • Middelen die je nodig hebt om te kunnen produceren
  • Kapitaal (gereedschap/machines)
  • Arbeid (iets timmeren)
  • Natuur (grond/water/hout)
  • Ondernemerschap (de ondernemer die actie onderneemt/de productiefactoren met elkaar combineert)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachtje - productiefacoren
Neem als tweetal een bedrijf in gedachten
Verzin van alle productiefactoren een voorbeeld binnen dit bedrijf

Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

timer
7:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaarse en vrije goederen
- Mensen hebben behoeften aan zowel vrije goederen als schaarse goederen.
- Bij schaarse goederen zijn productiefactoren nodig om het te produceren.
- Een vrij goed is niet afhankelijk van productiefactoren, het komt of het komt niet. Frisse lucht, Zonlicht, en Regenwater.
- Wanneer er behoefte is aan een schaars goed, zijn er middelen voor nodig. Bijvoorbeeld: het kopen van een scooter; daar zijn middelen voor nodig (geld).

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is schaarste hetzelfde als zeldzaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schaarste is niet hetzelfde als zeldzaam!
Schaarste
Middelen zijn beperkt aanwezig en alternatief aanwendbaar.

Alternatief aanwendbaar: De productiemiddelen kunnen we voor elke behoefte inzetten; de productiemiddelen zijn alternatief aanwendbaar. Grond kan je bijvoorbeeld gebruiken om gewassen te verbouwen maar ook om huizen of bedrijven neer te zetten.

Zeldzaam
Er is ergens weinig van.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrij goed
Iets waar geen productiefactoren voor nodig zijn. 

- Frisse lucht
- Zonlicht
- Regenwater

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrij goed
Schaars goed
Zonlicht
Bomen
Goud
Zoutwater
Papier

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Joris is ondernemer, als het regent, vangt hij de hele dag water op om zijn zwembad te vullen. Is dit water op deze manier een schaars goed? Waarom wel/niet?


Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Joris maakt nu ook ijsjes van dit water. Hij doet er een smaakje bij en verkoopt ze dan...is het nu wel een schaars goed?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schaarste
  • Middelen zijn beperkt aanwezig
  • Middelen zijn alternatief aanwendbaar 
  • Aanwendingsrichting: Dat wat je met het middel besluit te doen. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De behoeften van mensen
- Iedereen heeft zijn eigen behoeften, sommige behoeften komen overeen bij iedereen..sommige niet
- Het vak economie bestudeert hoe mensen hun behoeften proberen te bevredigen door middel van schaarse goederen
- om te kunnen voorzien in die behoeften, zijn er middelen nodig

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een schaars goed en de middelen die nodig zijn om het te produceren

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Consumeren
  • Goederen en diensten kopen.
  • Consumptiegoederen
  • Consumptiegoed vs kapitaalgoed

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een kapitaalgoed en consumptiegoed

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfvoorzienend

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
- Maak de opdrachten van paragraaf 1.1.
- Malmberg methode code:
893595

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies