3H - De nare gevolgen die mobieltjes voor het milieu hebben
1 / 16
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
A
een anekdote vertellen
B
een samenvatting vooraf geven
C
de aanleiding van het schrijven noemen
D
vragen stellen
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren
D
activeren/overhalen
Slide 4 - Quizvraag
Op welke manier worden alinea 2 en 3 met elkaar verbonden?
A
door het gebruik van een signaalwoord
B
door het gebruik van een verwijswoord
C
door een aankondigende zin
D
door een herhaling
Slide 5 - Quizvraag
Noem een signaalwoord dat past bij het verband oorzaak-gevolg.
Slide 6 - Open vraag
Welk signaalwoord voor het verband oorzaak-gevolg staat in alinea 3 (r. 11 t/m 15)
Slide 7 - Open vraag
Vul de delen van het verband oorzaak-gevolg in.
Slide 8 - Open vraag
Welke twee argumenten worden er in alinea 2 en 3 gegeven waarom mobieltjes duurzamer moeten worden?
Slide 9 - Open vraag
Wat voor soort argumentatie is dit?
A
een enkelvoudige argumentatie
B
een onderschikkende argumentatie
C
een nevenschikkende argumentatie
D
een combinatie van nevenschikkend en onderschikkend
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de functie van alinea 6 ten opzichte van alinea 5?
A
toelichting geven
B
een bewering doen
C
een tegenwerping geven
D
een argument geven
Slide 11 - Quizvraag
Welk advies geeft Greenpeace in het rapport en in alinea 6 (r. 28 t/m 32) om smartphones duurzamer te maken?
Slide 12 - Open vraag
Op welke manier sluit de schrijver de tekst af?
A
met een samenvatting
B
met een conclusie
C
door een advies te geven
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de tekststructuur van deze tekst?
A
voor-en-nadelenstructuur
B
bewering-en-argumentenstructuur
C
verschijnsel-verklaringsstructuur
D
verschijnsel-besprekingsstructuur
Slide 14 - Quizvraag
Is dit een objectieve of een subjectieve tekst?
A
objectief
B
subjectief
