18ème cours- 8 décembre 2021

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).
We storen niet bewust de les (door bijvoorbeeld propjes te gooien of door de klas te schreeuwen)

Slide 2 - Tekstslide

Buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Kun je een tekst over bijzondere huizen begrijpen
2. Ken je woorden die te maken hebben met wonen
3. Heb je het bezittelijk voornaamwoord herhaald








Slide 3 - Tekstslide

Au travail
oefening 24ab, 25 en 26 (p.78-81)
timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

De bezittelijke voornaamwoorden!
De volgende vragen gaan over de bezittelijke voornaamwoorden!

Slide 5 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Vul het bezittelijk voornaamwoord in

C'est (hun) maison

Slide 7 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) parents

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père

Slide 9 - Open vraag

vul het bezittelijk voornaamwoord in
C'est (jouw) amie?

Slide 10 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord
(mijn) copains

Slide 11 - Open vraag

vul het bezittelijk voornaamwoord in
Regarde (mijn) mère!

Slide 12 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord dat in deze zin past. Let op de vorm van het bezittelijk voornaamwoord.

(hun)… amis viennent demain

Slide 13 - Open vraag

Vertaal het goede bezittelijk voornaamwoord:
(zijn) voitures

Slide 14 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) père

Slide 15 - Open vraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) soeurs

Slide 16 - Open vraag

Samen nakijken:
16c,16d,16e, 17b,17c, 18a en 18b

Slide 17 - Tekstslide

Devoirs
Het gaat om het leren van:

Hoofdstuk 2 Vocabulaire A,B, Phrases clés C en Grammaire D (p.88, p.89, p.90,p.91)
De présent, de futur proche, de passé composé en de onregelmatige werkwoorden faire, aller, être en avoir (p.163 tot en met p.165)
Het bezittelijk voornaamwoord (p.161)

Slide 18 - Tekstslide