4. De rol van de overheid

Aan het eind van de les moet je kunnen uitleggen: 
- Waarom persvrijheid belangrijk is (blz. 50 en 51)
- Wat censuur is (blz. 50 en 51)
De werking van de mediawet (blz. 52 en 53)

Waarom moet je dit leren?

Hoe ga je deze doelen behalen?
Keuze: tekst bestuderen/onderstrepen, samenvatting maken, opdrachten maken (51, 53, 56, 57) of luisteren naar de uitleg.

LET OP: EIND VAN DE LES EEN SPINNER MET VRAGEN OVER DE LEERDOELEN.
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Aan het eind van de les moet je kunnen uitleggen: 
- Waarom persvrijheid belangrijk is (blz. 50 en 51)
- Wat censuur is (blz. 50 en 51)
De werking van de mediawet (blz. 52 en 53)

Waarom moet je dit leren?

Hoe ga je deze doelen behalen?
Keuze: tekst bestuderen/onderstrepen, samenvatting maken, opdrachten maken (51, 53, 56, 57) of luisteren naar de uitleg.

LET OP: EIND VAN DE LES EEN SPINNER MET VRAGEN OVER DE LEERDOELEN.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Democratie en de grondwet
Elk democratisch land (dus ook Nederland) heeft een grondwet waarin staat dat mensen vrijheid van meningsuiting hebben.

In de Nederlandse grondwet staat het volgende in iets andere woorden......
 Je mag schrijven wat je wilt en dit openbaar maken en verspreiden door het te laten drukken of op internet te plaatsen.

Slide 3 - Tekstslide

Persvrijheid
Dat dit artikel in de Grondwet staat is voor ons allemaal belangrijk, maar vooral voor journalisten.

Die hebben daardoor persvrijheid

Dit wil zeggen: de media in ons land mogen bijna alles schrijven en laten zien wat ze willen.

Slide 4 - Tekstslide

Censuur
Persvrijheid en democratie horen bij elkaar. Oftewel: in een democratie is persvrijheid voor de media!

In een dictatuur is  géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde. 

Dit noem je  censuur. Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd door de machthebbers. (China of Noord Korea)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Vier  beperkingen
Beperking 1: Media mogen niet discrimineren!  
Beperking 2: Media mogen geen onzedelijke informatie verspreiden. Denk bijvoorbeeld aan porno.
Beperking 3: Media mogen geen onwaarheden verspreiden. 
Beperking 4: Media mogen geen opruiende uitspraken doen. 


Controle voor- of achteraf?

Slide 9 - Tekstslide

Controle achteraf
In landen waar geen persvrijheid is,  wordt de pers vooraf gecontroleerd.

In democratische landen wordt achteraf bepaald of een film, tekst of programma verboden moet worden.

Zet een publicatie aan tot haat, deze discriminerend is, onzedelijk of onwaar kan de rechter verbieden dat gepubliceerd wordt

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel 1 en 2:
Waarom is persvrijheid belangrijk? 
Wat is censuur?

Slide 11 - Tekstslide

Pluriformiteit
De overheid vind het belangrijk dat wij uit verschillende kranten, radiozenders, tv-zenders en bladen kunnen kiezen.           
WAAROM?          Zodat we informatie met elkaar kunnen vergelijken en een eigen mening kunnen vormen.

Dat noem je de pluriformiteit van de massamedia =>  veel verschillende soorten media  

Slide 12 - Tekstslide

Betrouwbare informatievoorziening is belangrijk ik een democratie:
  • Je kan zo zelf je mening vormen over vraagstukken in de samenleving
  • Het vergroot de betrokkenheid bij de samenleving
Betrouwbare informatie

Slide 13 - Tekstslide

Publieke omroepen
Publieke omroepen zijn mede opgericht op verzoek van de overheid > 500 miljoen subsidie  > meer regels om zich aan te houden. De belangrijkste regels staan in de Mediawet. 
  • Doel voor de publieke omroepen is dat mensen ondanks de culturele verschillen in een groep of samenleving, elkaar kunnen begrijpen en verdraagzaam zijn. 

Publieke omroepen: 
  • Moeten een betrouwbare bron van informatie zijn
  • Moeten een pluriform aanbod hebben

Slide 14 - Tekstslide

De mediawet
Regels voor publieke omroepen

  1. Een publieke omroep moet een vereniging zijn en geen commercieel bedrijf.
  2. Een publieke omroep moet een eigen identiteit hebben
  3. Een publieke omroep moet minstens 50.000 betalende leden hebben voordat ze mogen gaan uitzenden
  4. Een publieke omroep met een volledig programma verzorgen > amusement, nieuws, educatieve en culturele programma's
  5. Reclame mag alleen in sterblokken
  6. Product placement in programma's is niet toegestaan

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leerdoel 3:
Wat is de mediawet?

Slide 17 - Tekstslide

Aan het eind van de les moet je kunnen uitleggen: 
- Waarom persvrijheid belangrijk is (blz. 50 en 51)
- Waarom pluriformiteit van informatie belangrijk is (blz. 50 en 51)
De werking van de mediawet (blz. 52 en 53)

Waarom moet je dit leren?

Hoe ga je deze doelen behalen?
Keuze: tekst bestuderen/onderstrepen, samenvatting maken, opdrachten maken (51, 53, 56, 57), luisteren naar de uitleg.

LET OP: EIND VAN DE LES EEN SPINNER MET VRAGEN OVER DE LEERDOELEN.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Hoe reclame werkt
Om ervoor te zorgen dat je iets graag wilt kopen, gebruiken de makers van reclame een aantal manieren of trucs:

> Product koppelen aan een gevoel, zoals gezelligheid. 
> Een ideaalbeeld laten zien.
> BN'ers in reclame hebben invloed op 
jouw koopgedrag 


Beelden van mensen en situaties die er helemaal perfect uitzien.

Slide 20 - Tekstslide

Doelgroep
Reclamemakers maken reclame voor een doelgroep, een doelgroep wordt bepaald door:

  • de leeftijd 
  • de sekse (het geslacht; m/v)
  • het inkomen

Slide 21 - Tekstslide

Waarom werkt deze reclame?


  • Gevoel
  • Ideaalbeeld
  • Bekende Nederlanders


Wat is het doel van de reclame?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Werkt reclame?

Slide 24 - Tekstslide

Internetreclame
  • Reclame op internet is specifieker gericht op gebruiker. 
  • Algoritmes bepalen adhv verzamelde data waar jouw interesse ligt > advertenties gericht op jou

  • Ook Influencers adverteren op internet. Maken filmpjes en showen daarin producten en verdienen zo vaak veel geld. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Regels voor reclame
  • Niet meer dan 12 minuten reclame per uur.
  • Op publieke omroepen geen onderbreking van programma.
  • Sluikreclames zijn verboden.
  • Een programma mag een sponsor hebben, maar het moet wel duidelijk zijn dat er een sponsor is ("dit programma wordt mede mogelijk gemaakt door Rexona").
  • Geen alcoholreclames voor 20.00 uur.
  • Geen tabaksreclames.

Slide 27 - Tekstslide

Wat is het doel van 
reclame?
kenmerken van 
doelgroepen
 3 Manieren om 
reclame
te laten werken
Ideaal
beelden
Leeftijd
Producten verkopen
Sekse
Gevoel
Inkomen
Bekende
Nederlanders
(BN'ers)

Slide 28 - Sleepvraag

Slide 29 - Video

Heb je de doelen behaald?
  • Waarom persvrijheid belangrijk is.
  • Waarom pluriformiteit van informatie belangrijk is.
  • De werking van de mediawet.
  • wat de regels voor reclame en sluikreclame zijn.

Bespreek met de leerling naast je de bovenstaande doelen.
Heb je de doelen behaald? Was deze les nuttig, waarom wel/niet?

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdracht bij de leestekst.
Of maak de verdieping.
Of maak de samenvattingsopdracht.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Video