Gedicht - H1 tm 6

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

Gedicht
  • Doel van de schrijver?
  • Verdeeld in strofen (zoals alinea's)
  • Strofen staan tussen witregels.

  1. Soms rijmen regels aan het eind
  2. Soms herhaalt de dichter een regel of een woord
  3. Soms gaat de dichter op de volgende regel verder met een zin

Slide 2 - Tekstslide

Dichterlijke vrijheid
Een dichter mag:
  • Spelen met taal
  • Nieuwe woorden bedenken
  • Eigen zinsbouw gebruiken
  • Homoniemen gebruiken (zelfde woord, andere betekenis)

Slide 3 - Tekstslide

Rijm
  • Gedichten kunnen rijmen, maar dit is niet noodzakelijk
  • Rijm = klanken die herhaald worden
  • Rijm maakt het makkelijker om een tekst te onthouden

Slide 4 - Tekstslide

Beeldspraak en metafoor
Beeldspraak: Dichters gebruiken vergelijkingen om iets duidelijk te maken.
  • Vergelijking zonder 'als' :
Je humeur is zonnig (= Je bent vrolijk.)
  • Vergelijking met 'als'  (= een metafoor).
Je bent als een zonnetje. (= Je bent vrolijk.)

Slide 5 - Tekstslide

Beeldgedicht
De vorm en de inhoud hebben iets met elkaar te maken.

Slide 6 - Tekstslide

Eindopdracht Gedicht 1)
  • Gedicht schrijven - alleen of in tweetallen
  • Minimaal 8 versregels
  • Rijm is niet verplicht
  • Maak of zoek een bijpassend beeld (plaatje)
  • Uitwerken op A4-vel
  • Naam en klas erop
  • Inleveren: 3 juni 2019

Slide 7 - Tekstslide

Beeldgedicht (2)

Slide 8 - Tekstslide

Eindopdracht Gedicht 2)
  • Gedicht voordragen
  • Zoek een gedicht op internet
  • Minimaal 8 versregels
  • Oefen het voordragen
  • Lever het gedicht in samen met je eigen gedicht
  • Draag het voor aan de klas
  • Deadline: 3 juni 2019

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 8 (blz. 43)
Kies één van de taken en werk deze uit. 
Je hebt 20 minuten de tijd.

Slide 11 - Tekstslide

Voordragen
Docent wijst de eerste aan die mag voordragen
Deze persoon wijst de volgende aan
enzovoort

Slide 12 - Tekstslide

Waar let je op?
  1. Waar gaat het gedicht over?
  2. Rijmt het?
  3. Zit er herhaling in?
  4. Wat valt je nog meer op?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Start van de les

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag
Maak opdr. 3, 4 (blz. 84)
Klaar? Lees in je leesboek

Bespreken over 10 minuten

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdr. 7 (blz. 85)
Klaar? Lees in je leesboek
Over 15 minuten voordragen!

Slide 18 - Tekstslide