Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
les 11 poëzieanalyse 1 (zonder antw)
5h poëzieanalyse les 1
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
26 slides
, met
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
5h poëzieanalyse les 1
Slide 1 - Tekstslide
Waar gaan we in periode 1 ook alweer aan werken?
Poëzieanalyse
(SE Poëzie in de toetsweek)
Handelingsdeel leesboek
4 (boek #1 van dit jaar)
Oefenen met een eindexamen / leesvaardigheid
Oefenen uit het lesboek: cursus 10 Eindexamen
(paragraaf 1-3)
Slide 2 - Tekstslide
Doelen van deze les
Ik weet wat ik moet kunnen op het SE poëzieanalyse
Ik lees en luister poëzie
Ik kan een
vergelijking
,
metafoor
,
personificatie
en
metonymia
herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
SE poëzieanalyse
In de toetsweek periode 1, weging 10, 45 minuten
Slide 4 - Tekstslide
SE poëzieanalyse
In de toetsweek, weging 10, 45 minuten
Ik kan…
Rijmschema
’s herkennen (eindrijm en beginrijm)
Beeldspraak
herkennen (vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia)
Stijlfiguren
herkennen (hyperbool, antithese, repetitio, paradox, eufemisme, understatement, woordspeling)
Dichtvormen
herkennen (limerick, haiku, sonnet, visuele poëzie, naamdicht, pastiche)
Je leert het door te oefenen, literair talent is niet nodig!
Slide 5 - Tekstslide
Wat is eigenlijk poëzie?
Slide 6 - Tekstslide
Wat is eigenlijk poëzie?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is eigenlijk poëzie?
rijm?
vorm?
gevoelens?
spoken word?
kunst? Liedjes?
strofen?
ABC'tjes?
moeilijke woorden?
Veel enters?
Slide 8 - Tekstslide
reader
Poëzieanalyse
Deel 1: theorie
Deel 2: opdrachten
Deel 3: gedichten (bloemlezing)
Lezen pagina 2
Slide 9 - Tekstslide
Reader
Poëzie-analyse p. 2
bladspiegel anders dan bij proza
versregels in groepje (strofe)
spelen met taal
nieuwe woorden (neologismen)
enjambement
Slide 10 - Tekstslide
Reader
Poëzie-analyse p. 2
bladspiegel anders dan bij proza
versregels in groepje (strofe)
spelen met taal
nieuwe woorden (neologismen)
enjambement
Slide 11 - Tekstslide
De ochtend erna
Bab Gons
(Dichter des vaderlands 2023/2024)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Hoe kies je een boek?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Om een gedicht te kunnen analyseren
Leer je over rijm,
beeldspraak,
stijlfiguren,
verschillende dichtvormen
Slide 16 - Tekstslide
Beeldspraak, blz. 4
Vergelijking
metafoor
personificatie
metonymia
- met als
-zonder als
Slide 17 - Tekstslide
Vergelijking met als
(zoals of evenals)
Object
en
beeld
worden genoemd
Henk
is zo dom
als
een
pannenkoek
Slide 18 - Tekstslide
Vergelijking zonder als
(zoals of evenals)
Object
en
beeld
worden genoemd
Henk
is echt een
pannenkoek
Slide 19 - Tekstslide
Metafoor
Vergelijking waarbij alleen het
beeld
wordt genoemd
Het object wordt weggelaten/blijft impliciet
Daar loopt die
pannenkoek
.
Die
pannenkoek
is weer eens veel te laat.
Slide 20 - Tekstslide
Metafoor of vergelijking?
Mijn nichtje is echt een blij ei!
Valt die dictator vandaag uit?
Wat een varkenshok!
Jij bent net een kameleon.
Ik krijg een punthoofd van jouw gedrag.
Gamen zit in zijn dna.
Dat slaat als een tang op een varken.
Is dat heilige boontje ook nagebleven?
Vergelijking
Metafoor
Metafoor
Vergelijking
Metafoor
Metafoor
Vergelijking (met als)
Metafoor
Slide 21 - Tekstslide
Personificatie
Aan een plant, boom, ding of dier worden menselijke eigenschappen toegekend.
De angst grijpt me bij de keel.
Het leven lacht haar toe.
De koekjes verleiden ons met hun geur.
De stoel kermde onder het gewicht van de vrouw.
Mijn oude fiets smeekt om een opknapbeurt.
Slide 22 - Tekstslide
Metonymia
Het gaat niet om een overeenkomst, maar om een bepaald kenmerk van iets of iemand.
Deel in plaats van geheel: die lange, die kale, die neus is crimineel
Geheel in plaats van deel: Nederland scoort! Leerdam gaat aan kop!
Maker in plaats van product: Daar hangt een Van Gogh. Ik spaar voor een Chanel.
Materiaal in plaats van product: ik werk aan een doek, hij won brons.
Houder in plaats van inhoud: nog een kopje? Lust je een bakkie?
Slide 23 - Tekstslide
Metonymia
Het gaat niet om een overeenkomst, maar om een bepaald kenmerk van iets of iemand.
Deel in plaats van geheel: die lange, die kale, de Neus is crimineel! Hij nam een bloemetje mee voor zijn vrouw.
Geheel in plaats van deel: Nederland scoort! Leerdam gaat aan kop!
Maker in plaats van product: Daar hangt een Van Gogh. Ik spaar voor een Chanel.
Materiaal in plaats van product: ik werk aan een doek, hij won brons.
Houder in plaats van inhoud: nog een kopje? Lust je een bakkie? De zaal applaudisseerde.
Slide 24 - Tekstslide
Beeldspraak
Vergelijking
metafoor
personificatie
metonymia
- met als
-zonder als
Maak opdracht A 'Beeldspraak' blz. 2 (opdrachtenboekje)
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Meer lessen zoals deze
les 13 Poëzieanalyse 1
September 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
les 12 poëzieanalyse 2
September 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
les 12 poëzieanalyse 2 (zonder antw.)
November 2024
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
les 15 Poëzieanalyse les 2
Januari 2024
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Poëzie
Oktober 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
les 15 poëzieanalyse 3
September 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Eindpoëzie
Maart 2022
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Poëzie theorie en les 1
Mei 2021
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4