Stelt een ondersteuningsplan op P3-K1-W1

P3-K1-W1 
Stelt een ondersteuningsplan op 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

P3-K1-W1 
Stelt een ondersteuningsplan op 

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vragen?
  • Terugblik werkplekleren & opdracht Nederlands Schrijven
  • Medicatie toedienen certificaat theorie & praktijk)! + Veiligheid en Preventie basis
  • Wat is een ondersteuningsplan?
  • Filmpje Dichterbij
  • Vragen 'uurtje'
  • Ontwikkelingsfasen van Dosen in beeld: fase 2
  • Casus tweede fase 'Eerste socialisatiefase'

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een ondersteuningsplan
Een ondersteuningsplan vormt de basis voor professioneel en methodisch handelen is daarmee een belangrijk middel om de kwaliteit van de zorg en ondersteuning te verbeteren. 

Slide 3 - Tekstslide

Filmpje over ondersteuningsplan


Bron: Dichterbij 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Vragen 'uurtje'
Hoe ziet het dossier eruit?
Welke formulieren kun je hier allemaal in vinden?
Wie hebben allemaal toegang tot het dossier?
Als er een nieuwe cliënt in zorg komt, welke stappen worden er dan gezet om tot een ingevuld dossier te komen? Wie zijn daarbij betrokken?
Hoe wordt er voor gezorgd dat het dossier up-to-date is? Zijn er geregeld cliënt besprekingen? Hoe vaak? Wie zitten daar dan bij?

Slide 6 - Tekstslide

Vragen 'uurtje' 
Wat zit er standaard in het dossier van de client?
Is het ondersteuningsplan onderdeel van het dossier? Op welke theorie is het ondersteuningsplan gebaseerd? Is het op een bepaalde theorie gebaseerd?
Hoe wordt de informatie over de voorgeschiedenis van de cliënt verzameld? Bv. Levenslijn? Welke vragen worden gesteld en wie zijn daarbij betrokken?
Uit deze gegevens komen de zorg- en begeleidingsbehoeften van een cliënt. Hoe worden die genoteerd in het ondersteuningsplan? Als probleem of wens? Geef een voorbeeld.





Slide 7 - Tekstslide

Vragen 'uurtje' 
Hoe worden de doelen opgesteld? Door wie? Hoe worden deze doelen opgesteld?
Hoe worden de doelen geëvalueerd? Hoe vaak worden de doelen geëvalueerd?
Staat erin wanneer een doel bereikt moet zijn. En de stappen om aan het doe te werken?
Wie maakt het ondersteuningsplan? Behoort dat tot de taken van een Persoonlijk Begeleider?
Wordt de cliënt en de naast (betrokkenen) betrokken bij het opstellen van het ondersteuningsplan?

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende ontwikkelingsfasen van "Dosen" 
in beeld
Het krijgen van een sociaal-emotioneel beeld van de cliënt 

Kernvragen
  • Op welk sociaal-emotioneel niveau functioneert jouw cliënt?
  • Welke fase past bij jouw cliënt?
  • Welke begeleidingsstijl past hierbij?

Slide 9 - Tekstslide

5 ontwikkelingsfasen van Dosen
Fase 1 Adaptiefase (0-6 maanden)
Fase 2 eerste socialisatiefase (6-18 maanden)
Fase 3 Eerste individualisatiefase (18-36 maanden)
Fase 4 identificatiefase (3-7 jaar)
Fase 5 Realiteitsbewustwordingsfase (7-12 jaar)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Inbreng praktijk casus

Slide 12 - Tekstslide

Fase 2

Vertrouwen versus wantrouwen

Slide 13 - Tekstslide

Eerste socialisatiefase
  • In deze fase staat het hechtingsproces tussen de cliënt en zijn belangrijke verzorgers centraal. De cliënt voelt zich veelal nog één met de verzorger die als een soort verlengstuk van hem/haar functioneert. Het opbouwen van basale emotionele veiligheid is cruciaal. 

  • De cliënt kan in paniek raken bij afscheid van die vertrouwde figuur of wanneer die uit zicht is. Het heeft nog weinig besef dat het een zelfstandig wezentje is en ‘weg’ is nog steeds ‘weg’. Omdat de cliënt daarnaast wel een besef begint te krijgen dat dingen en personen bestaan, ervaart het ook gemis als de vertrouwde persoon er even niet is. De nabijheid van de vertrouwde volwassene biedt veiligheid en daarbinnen durft de cliënt zijn activiteiten te doen.

  • Het cliënt ontdekt dat het zijn eigen lichaam kan gebruiken om iets te pakken en aan te raken. Het cliënt gaat op zoek naar voorwerpen die het kort daarvoor nog gevoeld heeft. Vooral vorm en geluid van materiaal worden ontdekt. De cliënt kent lust- en onlustgevoelens en kan liefde, angst en woede tonen. Agressie toont de cliënt nog heel ongecontroleerd naar de omgeving. De cliënt wijst naar voorwerpen te wijzen en te benoemen met “die!” of soms, heel beginnend, het voorwerp bij de naam te noemen.

Slide 14 - Tekstslide

Passende begeleidingsstijl (1)
  • De begeleiding is gericht op het bewerkstelligen van basale emotionele veiligheid die gebaseerd is op vertrouwen in de voorspelbare begeleider. Een individuele benadering, met veel nabijheid en met veel begrenzing vanuit de omgeving, is hier van toepassing.

  • Lichamelijk contact, in het zicht zijn, voorspelbaarheid in doen en laten, vaste rituelen en ritmes dragen hieraan bij. In deze fase is het, net als in de vorige fase, belangrijk dat de omgeving veel structuur en veiligheid biedt.

  • Vanuit een veilige nabijheid dient de cliënt gestimuleerd te worden om op onderzoek uit te gaan: een- voudig in/uit materiaal, actie/reactiespel, sensorisch ontdekken. Zorg wel dat je zichtbaar en beschik- baar blijft tijdens activiteiten. Spelletjes als kiekeboe, verstopspelletjes en contactspelletjes (rijmpjes, eenvoudige liedjes zingen zonder achtergrondmuziek) passen ook goed in deze fase. 

Slide 15 - Tekstslide

Passende begeleidingsstijl (2)
  • De communicatie bestaat uit lichaamstaal en korte zinnetjes (één- of tweewoords) gekoppeld aan het hier en nu. Aanraken en oogcontact maken alvorens je de boodschap overbrengt, is belangrijk.

  • Confrontatie met het eigen (ongewenste) gedrag wordt nog steeds weinig gebruikt. Op deze ontwikkelingsleeftijd wordt de betekenis van het woordje “nee” wel begrepen maar kan nog niet worden uit- gevoerd. Dat betekent dat je nog niet de verantwoordelijkheid bij de ander kan neerleggen voor zijn doen en laten. Hulp bieden is belangrijk. Leg de verantwoordelijkheid bij jezelf. Boos worden helpt niet, uit de situatie halen of de handeling onderbreken is een betere optie. Het is belangrijk dat het gedrag actief veranderd wordt; je moet zelf optreden.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht voorbereiding examen NL schrijven 

  • Opdracht Nederlands schrijven 3F
  • Kies 2 schrijfopdrachten en schrijf deze uit in maximaal 1 uur
  • Mailen naar: Mariëlle Valkering m.valkering@oppstap.nl en groepscode vermelden OPP490403

Slide 21 - Tekstslide