Stelt een ondersteuningsplan op P3-K1-W1

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Vragen?
  • Tot stand komen ondersteuningsplan
  • Ontwikkelingsfasen van Dosen in beeld: fase 4
  • Casus
  • Coaching op keuzedeel Ondernemend gedrag

  • 7 april en 14 april 10.30 Nederlands van Marielle Valkering en om 13.00 Rekenen met Jos Vinks met de hele groep
  • Zorg dat je de inlog heb van Rekenen!

Slide 2 - Tekstslide

Tot stand komen ondersteuningsplan
  • Rol van de cliënt
  • Rol van de  persoonlijk begeleider
  • Gegevens verzamelen
  • Levensverhaal en persoonsbeeld
  • Perspectieven en doelen(SMART)
  • Acties en begeleiding van de cliënt
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Verschillende ontwikkelingsfasen van "Dosen" 
in beeld
Het krijgen van een sociaal-emotioneel beeld van de cliënt 

Kernvragen
  • Op welk sociaal-emotioneel niveau functioneert jouw cliënt?
  • Welke fase past bij jouw cliënt?
  • Welke begeleidingsstijl past hierbij?

Slide 4 - Tekstslide

5 ontwikkelingsfasen van Dosen
Fase 1 Adaptiefase (0-6 maanden)
Fase 2 eerste socialisatiefase (6-18 maanden)
Fase 3 Eerste individualisatiefase (18-36 maanden)
Fase 4 identificatiefase (3-7 jaar)
Fase 5 Realiteitsbewustwordingsfase (7-12 jaar)

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Inbreng praktijk casus

Slide 7 - Tekstslide

Fase 4

Initiatief versus geremdheid 

Slide 8 - Tekstslide

Identificatiefase
De cliënt spiegelt zich steeds meer aan belangrijke anderen die een rolmodel vervullen en voelt zich tegelijkertijd almachtig. Cliënten kunnen ook ineens weer bang zijn om alleen gelaten te worden; vastklampen als je weggaat of als er zich een nieuwe situatie voordoet. De cliënt kan zich zonder vertrouwde persoon wel staande houden in een vertrouwde omgeving.

Het contact met de volwassene verloopt vooral via taal en spel. De cliënten vragen non-stop naar het waarom. Cliënten zijn nog niet in staat om dingen vanuit het perspectief van de ander te bekijken.

Slide 9 - Tekstslide

Identificatiefase
 Ze zien alles vanuit hun eigen positie: egocentrisch (wat niet hetzelfde is als egoïstisch). Ditzelfde geldt voor het aanvoelen van emoties bij de ander. Dit tekort in denken zorgt ervoor dat ze elkaar kunnen kwetsen of pijn doen. Ze hebben nog onvoldoende zicht op hoe hun doen en laten overkomt op de ander. Dit vermogen is pas vanaf ongeveer het zesde jaar aanwezig en ontwikkelt zich steeds verder. Het kind is veelal nog impulsief: denken en doen gaan vaak gelijk op. Consequenties worden nog niet of onvoldoende overzien en afgewogen.

De cliënt kent aan het eind van deze fase gevoelens van spijt en (beginnende) schaamte en kan in toe- nemende mate praten over zijn eigen gedrag. De cliënt heeft angst om niet geaccepteerd of gewaardeerd te worden door belangrijke anderen en kent faalangst. Het gevoel voor goed en fout is nog heel zwart/wit. 

Slide 10 - Tekstslide

Passende begeleidingsstijl (1)
De cliënt is in deze fase afhankelijk van belangrijke anderen wat betreft het bijbrengen en corrigeren van zijn gedrag en zijn denken. Dit kan hij nog niet zelf. Alleen jouw boosheid bij afkeuring op dat moment wordt vervelend gevonden. Dit houdt in dat jouw aanwezigheid en begeleiding (correcties) in het gedrag steeds nodig zijn, elke dag weer. De impulsiviteit aan het begin van deze fase is met wat afleiding vaak wel op een ander spoor te brengen. Uitleg wordt, naarmate de fase vordert, steeds belangrijker.

Begeleiding is gericht op het stimuleren van initiatiefname, verantwoordelijkheid leren dragen (op basis van succeservaringen) en het vormen van identiteit. Het voordoen van gewenst gedrag is dan ook belangrijk. Evenals nabijheid zonder betutteling.

Slide 11 - Tekstslide

Passende begeleidingsstijl (2)
De cliënt leert rekening te houden met anderen door ingrijpen van de begeleider, door te benoemen wat er niet goed is en waarom niet. Het waarom wordt steeds belangrijker en brengt de realiteitszin op gang. Het gedrag is onder andere te corrigeren door in te grijpen, door uit te leggen, iedere keer weer, dat jij dit (wat hij net deed) niet wilt hebben. Bijvoorbeeld omdat je een ander geen pijn moet doen. Jouw correcties en woorden brengen de realiteitszin op gang. Daardoor wordt het vermogen om rekening te houden met een ander ontwikkeld. Sociaal leren staat in deze fase centraal. Kijken hoe anderen iets doen.

Slide 12 - Tekstslide

Passende begeleidingsstijl (3)
Een groepsgerichte benadering met het oog op sociaal leren is in deze fase aan de orde. Een uitnodigende (uitdagende), stimulerende benadering waarbij groepsregels een algemeen kader aangeven is belangrijk. Bij stressvolle of nieuwe situaties wordt tijdelijk individuele ondersteuning geboden.

Verantwoordelijkheid leren dragen is een centrale doelstelling (op basis van succeservaringen). Het accent in de begeleiding verschuift in deze fase steeds meer van samen doen naar stimuleren tot zelf doen en zelf oplossingen bedenken.

Slide 13 - Tekstslide

Keuzedeel Ondernemend gedrag

Individuele coaching op keuzedeel ondernemend gedrag

Slide 14 - Tekstslide