Brood - les 2 - Grond- en hulpstoffen + deegbereiding

Brood 2 - Les 2
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Brood 2 - Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning & terugblik vorige les
  • Grond- en hulpstoffen
  • Deegbereiding

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Jij:
• Jij kunt de basisbestanddelen van brood noemen en uitleggen welke invloed ze hebben op de broodkwaliteit
• Jij kunt de rol van gist bij het rijzen uitleggen
• Jij kunt vochtberekeningen uitvoeren van brooddeeg en het verband laten zien tussen watertoevoeging, deegstijfte en rijssnelheid
• Rol aangeven van de grond- en hulpstoffen in het brooddeeg


Slide 3 - Tekstslide

Grond- en hulpstoffen
Basisgrondstoffen:
  • Bloem
  • Water
  • Gist
  • Zout
Hulpstoffen
  • Suiker
  • Vet
  • Emulgatoren
  • Enzymen

Slide 4 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Bereidingstechnieken - Klassieke methode
1. Kneden (deegtemperatuur 25°C tot 26°C)
2. Rijzen in de kneedkuip (30 minuten)
3. Afwegen en opbollen 
4. Bolrijs (35 tot 40 minuten)
5. Opmaken, narijs (bijna een uur) en bakken

Slide 5 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Groenmethode
  • De kuiprijs en de bolrijs vervangen door twee bolrijzen van gelijke duur.
  • Het deeg wordt direct na het kneden (ongerezen, dus 'groen') verdeeld en opgebold.
  • Efficiënter

Slide 6 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
  • In 1975 broodverbetermiddelen --> geactiveerde deegontwikkeling
  • Het proces verloopt dan veel sneller
  • Iets hogere temperatuur (27°C tot 28°C) bij kneden
  • Na het afwegen en opbollen volgt een bolrijs van 20 minuten
  • In de broodvorm 70 tot 75 minuten narijzen voor het bakken

Slide 7 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Broodverbetermiddelen

Wat zijn broodverbetermiddelen?

Waaruit bestaan broodverbetermiddelen?

Slide 8 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
  • In de jaren 80 komt er een kleine verandering in de houding van de bakkers t.o.v. het proces.
  • De klassieke methode wint weer wat aan populariteit.
  • Door langere rijstijden --> betere geur en smaak van het brood te krijgen. 
  • Daarbij gaat het bakken beter en is de korst van het brood iets minder 'glad'.

Slide 9 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Aangepaste klassieke methode
Door de voordelen van het gebruik van broodverbetermiddelen wordt het proces van deegbereiding als volgt:
1. Kneden (26°C tot 27°C)
2. Afwegen en opbollen (10 minuten)
3. Bolrijs (45 minuten)
4. Opmaken en narijs (60 tot 70 minuten)
5. Bakken

Slide 10 - Tekstslide

Welke methode, bij de bereiding van deeg, passen wij op school tijdens het practicum toe?
A
Klassieke methode
B
Groenmethode
C
Aangepaste klassieke methode
D
Mix van bij A-B-C genoemde mehtodes

Slide 11 - Quizvraag

Brood - Deegbereiding
Kneders
Er zijn drie typen kneders die in de bakkerij gebruikt worden:
- de conventionele kneder;
- de snelkneder; (deze hebben wij op school)
- de high speed-mixer.

Slide 12 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding

Slide 13 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Conventionele kneder

Slide 14 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
De snelkneder
  • Wordt ook wel spiraalkneder genoemd.  
  • Meest gebruikte kneder bij bakkerijen.
  • De optimale kneedtijd ligt tussen de 5 en 7 minuten.
  • Geschikt voor meerdere soorten deeg.
  • Kans op overkneden van deeg is aanwezig.

Slide 15 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
De high speed-mixer
  • Komen we in Nederland niet vaak tegen.
  • In deze kneders wordt het deeg zo snel ontwikkeld dat na het kneden alleen nog een korte bolrijs nodig is.
  • Nadeel: door het snelle kneden ontstaat er te veel wrijvingswarmte.

Slide 16 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Stadia van kneden
  • De bloem wordt in de deegkuip gestort.
  • Het zout wordt op de bloem gestort.
  • Vervolgens worden gist en water, apart van elkaar, gedoseerd.
    Fasen van kneden:
    1. in de kruim draaien;
    2. deegvorming;
    3. eindfase. 

Slide 17 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
In de kruim draaien
  • Hierbij vormen zich klompjes in het deeg, die onderling weinig samenhang hebben. 
  • Het lijkt of de grondstoffen zijn gemengd, het vet is verdeeld en het kneden kan beginnen.

Slide 18 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
In de kruim gedraaid deeg.

Slide 19 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Deegvorming
  • Bij de deegvorming komt er samenhang en laat het deeg los van de kuip. Het deeg ziet er droger uit maar is 'kort'.
  • Het deeg breekt snel als je er aan trekt en het is moeilijk in te drukken.

Slide 20 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Deegvorming

Slide 21 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Eindfase
  • In de eindfase krijgt het deeg zijn uiteindelijke textuur: minder stevig, rekbaar en elastisch tegelijk. 
  • Anders gezegd het deeg is taai en soepel.
  • Bij de deegcontrole kun je een stukje deeg uitrekken tot een dun elastich en doorzichtig vlies.

Slide 22 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Eindfase

Slide 23 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Goed gekneed deeg

Slide 24 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding

Slide 25 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Overkneed
  • Als je te lang door gaat met kneden wordt het deeg overkneed.
  • Het deeg is slap en kleverig en moeilijk te verwerken.
  • Het deeg heeft slechte verwerkingseigenschappen gekregen.

Slide 26 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Overkneed

Slide 27 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Overkneed deeg

Slide 28 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Deegontwikkeling bij het kneden
  • Structuur gevormd worden die de gasbelletjes van koolstofdioxide (CO2) kan vasthouden.
  • De CO2 wordt later gevormd tijdens het rijzen van het deeg.
  • Het vasthouden van de CO2 gebeurt tot het bakken van het deeg. 
  • Bij het bakproces wordt de structuur (luchtigheid) vastgelegd of gefixeerd.

Slide 29 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Wat gebeurt er bij de deegontwikkeling?

Door het toevoegen van water aan de bloem wordt het water gebonden aan de zetmeelkorrels en aan de eiwitten.


Slide 30 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Wat gebeurt er bij de deegontwikkeling?
  • De zetmeelkorrels kunnen ongeveer 30% van hun gewicht aan water opnemen. 
  • Ze zwellen dan 10%.
  • Water wordt opgenomen door dextrinens, grote brokstukken van zetmeel. In dit geval zijn het pentosanen.

Slide 31 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Wat gebeurt er bij de deegontwikkeling?

  • De tarwe-eiwitten absorberen 200% van hun gewicht aan water.
  • Daarbij komt er zoveel spanning in de eiwitten dat ze een bolvorm aannemen en zich als het ware oprollen.

Slide 32 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Wat gebeurt er bij de deegontwikkeling?
  • Zwavelbruggen zijn vrij stabiel. 
  • Door de kneedbeweging worden ze ontkoppeld en vormen ze weer nieuwe bindingen op andere plaatsen. 
  • Tegelijk ontrollen de eiwitten zich verder uit en komen er nieuwe zwavelbruggen tot stand. 
  • Het deeg ontwikkeld zich!

Slide 33 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding

Slide 34 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Bij het uitrekken van een stukje
deeg wordt een vliesachtige 
structuur zichtbaar. 
Deeg heeft een structuur.

Slide 35 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Verschil tussen kort 
en lang kneden.

Slide 36 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Luchtinslag tijdens het kneden
  • Bij het kneden komt lucht in het deeg. 
  • Door oxidatie verbetert de kwaliteit van het deeg en lucht is van belang om een fijne structuur te krijgen.
  • De ingeslagen luchtbelletjes vormen 'gaskernen'.
  • Het koolzuurgas, gevormd door de gist, gaat zich in deze kernen ophopen. 
  • Dit worden de latere gaatjes in het brood (kruimstuctuur).

Slide 37 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Beheersing deegtemperatuur
  • De temperatuur van het deeg is van groot belang voor een goed kneedproces. 
  • Het ontstaan van het glutennetwerk is afhankelijk van de temperatuur. 
  • Hoe hoger de temperatuur des te sneller gaat de glutenontwikkeling.

Slide 38 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Beheersing deegtemperatuur

  • Voor de rijssnelheid is de deegtemperatuur van belang.
  • Bij te koude degen zal de rijstijd te kort zijn en bij te warme degen te lang. 
  • Broden gaan dan met volumeverschillen de oven in.

Slide 39 - Tekstslide

Brood - Deegbereiding
Beheersing deegtemperatuur
  • Kleven en uitdrogen zijn ook verschijnselen die te maken hebben met de deegtemperatuur.
  • Een te hoge temperatuur leidt tot uitdrogen en korstvorming.
  • Een te lage temperatuur leidt tot condensvorming en kleven in de rijskast. 

Slide 40 - Tekstslide

Leerdoelen
Jij:
• Jij kunt de basisbestanddelen van brood noemen en uitleggen welke invloed ze hebben op de broodkwaliteit
• Jij kunt de rol van gist bij het rijzen uitleggen
• Jij kunt vochtberekeningen uitvoeren van brooddeeg en het verband laten zien tussen watertoevoeging, deegstijfte en rijssnelheid
• Rol aangeven van de grond- en hulpstoffen in het brooddeeg


Slide 41 - Tekstslide