Hoofdstuk 10 - 10.3 Hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens

Hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens

Bladzijde 199
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens

Bladzijde 199

Slide 1 - Tekstslide

Goniometrie?

Slide 2 - Woordweb

Plan van aanpak
1. Schrijf ezelsbrug met 3 formules op 
       (SOS CAS TOA)
 2. Herken de driehoek in de vraag (dak, ladder, vliegerr etc), en waar zit de rechte hoek
 3. Om welke drie elementen gaat het? Twee zijden en een hoek.
      Begin altijd vanuit de gevraagde of gegeven hoek. 
     Schrijft de letters S, O en A op de juiste plekke
 4. Kies de formule die bij de drie variabelen hoort

Slide 3 - Tekstslide

Plan van aanpak
1. Schrijf ezelsbrug met 3 formules op 
       (SOS CAS TOA)
 2. Herken de driehoek in de vraag 
      en waar zit de rechte hoek
 3. Om welke drie elementen gaat het? 
      Begin altijd vanuit de gevraagde of gegeven hoek. 
     Schrijft de letters S, O en A op de juiste plekke
 4. Kies de formule die bij de drie variabelen hoort

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Uitwerking:
1. De drie formules zijn:       (1) SOS        (2) CAS     (3) TOA
2. Zie driehoek (soms een dak etc)
3. GevraagdL: hoek B. Noteer de letters bij de bekende zijden. Vanuit hoek B gezien zijn S en A bekend. 
4. S en A horen bij de formule CAS. Dus cos hoek B = A : S
     cos hoek B = 2,5 : 4,1  
     hoek B = cos-1  (2,5:4,1) = 52,43 = 52 graden   (je moet hoek berekenen, dus altijd met shift -1 

Slide 7 - Tekstslide

Welke afkorting gebruik je om de sinus uit te rekenen?
A
SOS
B
CAS
C
TOA

Slide 8 - Quizvraag

En voor de tangens?
A
SOS
B
CAS
C
TOA

Slide 9 - Quizvraag

Waar staan de letters O, A en S voor in het ezelsbruggetje
SOS CAS TOA?

Slide 10 - Open vraag

Als je sinus, cosinus of de tangens hebt berekend en je wil het aantal graden weten dan...
A
Gebruik je sinus of cosinus of tangens
B
Gebruik je shift sinus of cosinus of tangens

Slide 11 - Quizvraag

Het aantal graden rond je altijd af op .... decimalen.

Slide 12 - Open vraag

Aandachtspunten
  • Goniometrie alleen toepassen als je een driehoek met een rechte hoek hebt.
  • Berekenen van de hoeken? noteer eerst wat de aanliggende, overstaande en schuine zijde zijn, en kies dan wat je gebruikt (sin-1 cos-1 of tan-1)
  • Noteer altijd eerst de juiste verhouding,                                        ga dan pas rekenen

Slide 13 - Tekstslide

Extra uitleg op papier. Bladzijde 200

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag (huiswerk)
10.3 opg 20, 22, 23, 24, 25, 27, 28
Kijk altijd je huiswerk na

Slide 15 - Tekstslide

Blz 210

Slide 16 - Tekstslide