Farmacologie oefentoets VP2B

Farmacologie oefentoets VP2B
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmacologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Farmacologie oefentoets VP2B

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de betekenis van UAD
A
uitsluitend apotheek en drogisterij
B
uitsluitend apotheek en diverse

Slide 2 - Quizvraag

Welk middel wordt vaak voorgeschreven bij NSAID?
A
diuretica
B
bloedverdunners
C
beta blokkers
D
maagbeschermers

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een anders woord voor oraal?
A
via de darmen
B
via de mond
C
via het bloed
D
via de huid

Slide 4 - Quizvraag

Wat is transdermaal?
A
via het infuus
B
via het bloed
C
door de huid in het bloed
D
op de huid

Slide 5 - Quizvraag

Welk middel wordt er vaak voorgeschreven bij een opiaat?
A
Maagbeschermer
B
Laxeermiddel
C
zalven
D
bloedverdunners

Slide 6 - Quizvraag

Kies uit de volgende opties. Bij welke behandelmethode wordt er lichaamseigen stof vervangen?
A
Causale behandelmethode
B
Symptomatische behandelmethode
C
Substitutietherapie
D
Palliatieve behandeling

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de verzamelnaam voor Metoprolol?
A
ACE remmers
B
Diuretica
C
Lisdiuretica
D
Beta blokkers

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een kaliumsparende diuretica
A
verapamil
B
amlodipine
C
eplerenon
D
amiodaron

Slide 9 - Quizvraag

Welk middel wordt er als spray onder de tong gebruikt bij agina pectoris?
A
Nicotine pleister
B
Nestosyl
C
Nitroglycerine
D
Nifedipine

Slide 10 - Quizvraag

Welk middel is een ACE remmer?
A
Barnidipine
B
Atenolol
C
Furosemide
D
Enalapril

Slide 11 - Quizvraag

Welk middel volgt er na Paracetamol als je de WOH ladder moet gebruiken?
A
Tramadol
B
Naproxen
C
Morfine
D
Zaldiar

Slide 12 - Quizvraag

Welk middel is een nitraat?
A
Atenolol
B
Isordil
C
Triamtereen
D
Valsartan

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent causale behandeling?
A
Symptomen bestrijden
B
Oorzaak aanpakken
C
Zorg in de laatse fase
D
Vervangen van lichaamseigen stof

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld van preventief?
A
Paracetamol
B
vaccin
C
pleister
D
zalven

Slide 15 - Quizvraag

Welke medicijnen horen er bij NSAID?
A
Naproxen, Ibuprofen, Dirprolene
B
Diclofenac, Naproxen en Ibuprofen
C
Dexamethason, Naproxen, Morfine
D
Naproxen, Isordil, Diclofenac

Slide 16 - Quizvraag

Welk middel is een opiaat?
A
Naproxen
B
Oxycodon
C
Zaldiar
D
Ibuprofen

Slide 17 - Quizvraag

Bij acute pijn, kan je de pijn lastig onder controle krijgen?
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Bij chronische pijn kan je de pijn goed behandelen?
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quizvraag

Wat is decompensatio cordis?
A
pijn op de borst
B
trombose
C
hartfalen
D
hartkramp

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een verzamelnaam voor pijnstillers?
A
Analgetica
B
Anti emetica
C
Anti epileptica
D
Anti coagulantia

Slide 21 - Quizvraag

Wat is er aan de hand bij angina pectoris?
A
CO-2 toename in het bloed
B
Zuurstof te kort in de hartspier
C
hartklep verstopt
D
Trombose

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor stofnaam?
A
handelsnaam
B
generieke naam

Slide 23 - Quizvraag

Noem alle pijnstillers

Slide 24 - Woordweb

Wat is UA?

Slide 25 - Woordweb

Noem beta blokkers

Slide 26 - Woordweb

Noem ACE remmers

Slide 27 - Woordweb

Noem diuretica

Slide 28 - Woordweb

Wat is via de endeldarm?
A
systemisch
B
transdermaal
C
anaal
D
oculair

Slide 29 - Quizvraag

Wat is dermaal?
A
in de spier
B
op de huid
C
in het bloed
D
in de longen

Slide 30 - Quizvraag

Welk middel is een hartglycosiden?
A
dermovate
B
digoxine
C
diclofenac
D
desoximethason

Slide 31 - Quizvraag

Wat is indicatie?

Slide 32 - Woordweb

Noem voorbeelden van contra indicatie

Slide 33 - Woordweb

Wat is halfwaarde tijd

Slide 34 - Woordweb

Wat is smalle therapeutische breedte?

Slide 35 - Woordweb

Waar staat CVRM voor?

Slide 36 - Woordweb

Wat is gewenning?

Slide 37 - Woordweb

Wat zijn calciumantagonisten?

Slide 38 - Woordweb

Bij welk ziektebeeld worden er nitraten ingezet?
A
Hoge bloeddruk
B
Angina pectoris
C
Etalge been
D
hartfalen

Slide 39 - Quizvraag

Bij welk ziektebeeld wordt er amiodaron voorgeschreven?
A
Hartfalen
B
Hoge bloeddruk
C
Hartritme stoornis
D
Angina pectoris

Slide 40 - Quizvraag