Lezen blok 1 en blok 2 - leren voor de toets

LEZEN BLOK 1 en BLOK 2


Voorbereiden voor de toetsweek
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

LEZEN BLOK 1 en BLOK 2


Voorbereiden voor de toetsweek

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeelden van tekstvormen
Tekstsoort
Tekstvormen
informerende tekst
verslag, zakelijke brief, notulen, werkstuk, informatieve tekst in krant of tijdschrift
amuserende tekst
gedicht, verhaal, songtekst, jongerenroman
aansporende tekst
reclametekst, advertentie, recensie, folder,  klachtenbrief, sollicitatiebrief
uitleggende tekst
schoolboek, handleiding, instructie, brochure, recept, zakelijke brief
overtuigende tekst
ingezonden brief, recensie, commentaar in krant of tijdschrift, column of weblog

Slide 2 - Tekstslide

Leesmanieren: verkennend-grondig-zoekend

Verkennend lezen is de tekst 'verkennen'
Grondig lezen is de tekst 'begrijpen'
Zoekend lezen is alleen 'het antwoord op je vraag vinden'


Slide 3 - Tekstslide

Verkennend lezen

  • Lees de titel, tussenkopjes en opvallend gedrukte woorden.
  • Bekijk de afbeeldingen of foto's.
  • Lees de eerste zin (inleiding) en de laatste.
  •  Bekijk de bron meestal onderaan de tekst

Slide 4 - Tekstslide

Zoekend lezen en grondig lezen
  • Zoekend lezen:
  • Je zoekt in een tekst het antwoord op een vraag. 
  • Je leest dan niet de hele tekst, maar kijkt de tekst snel door. 
  • Je let op de tussenkopjes   

  • Grondig lezen: 
  • Als je een tekst helemaal wil begrijpen dan ga je deze grondig lezen.
  • Je leest de tekst helemaal goed door, omdat je meer wil weten over het onderwerp.
  • Moeilijke zinnen lees je extra aandachtig.

Slide 5 - Tekstslide

Inleiding, middenstuk, slot
Inleiding
 - Meestal één alinea
  - De schrijver vertelt waar de tekst over gaat.

Middenstuk (kern)
  - Meestal meerdere alinea's. De alinea vertelt over het deelontwerp
  - De schrijver vertelt meer over het onderwerp

Slot (Conclusie of afsluiting) 
  - Meestal één alinea
   - De schrijver maakt een duidelijke einde aan de tekst (het onderwerp)

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp- deelonderwerp - alinea - tussenkopjes


Een onderwerp bestaat uit deelonderwerpen
Een stukje tekst over een van die deelonderwerpen noem je een alinea. Een alinea begint altijd op een nieuwe regel. 
Tussenkopjes staan boven een alinea of een groepje alinea's. 


Slide 7 - Tekstslide

Aansporende teksten

Het doel is de lezer over te halen iets te doen. Dat kunnen verschillende dingen zijn, bijvoorbeeld een product kopen, lid worden van een club, een festival bezoeken, naar een museum gaan of geld geven voor een goed doel.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld van een aansporende tekst
  1. weinig tekst
  2. speciale woorden om de lezer mee over te halen
  3. overdrijving
  4. woordgrappen, humor, rijm, nieuwe woorden
  5. grote of opvallend gedrukte woorden
  6. opvallende afbeeldingen
  7. tekst en afbeeldingen vullen de hele pagina

Slide 9 - Tekstslide

Infographic of informatieve afbeelding
De afbeeldingen vormen één geheel met de tekst. Ze zijn beide even belangrijk en versterken elkaar. Een deel van de informatie lees je in de tekst, een ander deel zie je in de afbeeldingen. Het doel van deze tekstvorm is de lezer snel een grote hoeveelheid informatie te geven. Een informatieve afbeelding hoef je niet altijd van boven naar beneden te lezen. In de volgende slide zien we een voorbeeld van een infographic.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Verder met de online-opdrachten
Wat: BLOK 2 LEZEN 
BASIS: opdracht 2.13 - 2.14
KADER: opdracht 2.13 - 2.14 - 2.15

Slide 12 - Tekstslide