arbeid

Online les Arbeid
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Online les Arbeid

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W

Slide 2 - Quizvraag

De definitie formule voor arbeid is...
A
W = Δ Ek
B
W = m g h
C
W = P t
D
W = F s

Slide 3 - Quizvraag

Waardoor wordt de arbeid geleverd bij een auto die versnelt?
A
Door de motoren
B
Door de wielen
C
Door de bestuurder
D
Er is geen arbeid

Slide 4 - Quizvraag

Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig.
Bereken de arbeid die de spieren toevoegen om de stoel 2m te verschuiven

A
50 J
B
50Nm
C
360Nm
D
4500Nm

Slide 5 - Quizvraag

Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig.
Bereken de arbeid die de wrijvingskracht levert om de stoel 2m te verschuiven

A
-50 J
B
50Nm
C
-360Nm
D
360Nm

Slide 6 - Quizvraag

Een verhuizer duwt tegen een kist.
de kist komt niet vooruit.
Hoe groot is de wrijvingskracht als de verhuizer duwt?
A
Fw = 0N
B
Fv = Fw
C
Fv < Fw
D
Fv > Fw

Slide 7 - Quizvraag

De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
Ez = U x I
D
Ez = m x g x h

Slide 8 - Quizvraag

Baksteen 2,5kg ligt op een bouwsteiger
op een hoogte van 3,2m.
Bereken de zwaarte-energie van de baksteen.
A
80J
B
25,6J
C
20J
D
te weinig gegevens

Slide 9 - Quizvraag

Als de baksteen naar beneden valt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 10 - Quizvraag

Als de baksteen omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 11 - Quizvraag

Als de baksteen naar beneden valt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 12 - Quizvraag

Als de baksteen omhoog beweegt dan is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 13 - Quizvraag

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 14 - Quizvraag

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de spierkracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 15 - Quizvraag

Als Moos over een horizontale weg fietst is de arbeid van de wrijvingskracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 16 - Quizvraag



Je houdt een tas van 5,0 kg 50 cm boven de grond vast gedurende 2,0 s. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
98 J
B
2,5 J
C
2,5·10¹ J
D
0 J

Slide 17 - Quizvraag



Je tilt een tas van 5,0 kg op van de grond en zet hem op een tafel met een hoogte van 70 cm. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
34 J
B
3,5 J
C
3,5·10² J
D
0 J

Slide 18 - Quizvraag



Als de richtingen van F en s loodrecht op elkaar staan is de door de kracht verrichte arbeid altijd …
A
maximaal
B
gelijk aan F·s
C
gelijk aan -F·s
D
0 J

Slide 19 - Quizvraag

Paul Larsen heeft het snelheidsrecord zeilen behaald.
De totale massa van Paul met zijn zeilboot is 360 kg.
De topsnelheid tijdens dit record was 35,0 m/s.
Bereken de bewegingsenergie van de boot op topsnelheid.

Slide 20 - Open vraag

Eva springt van een hoge duikplank af. De hoogte van deze duikplank is 4,0 meter. Haar massa bedraagt 55 kg.

Slide 21 - Open vraag

Een liter benzine bevat meer energie dan een liter diesel.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

In een open haard brandt een blok droog hout van 3 kg.
gebruik binas tabel 28B

Bereken hoeveel warmte er vrijkomt wanneer het blok hout volledig verbrandt. Gebruik een formule!!!

Slide 23 - Open vraag

Woon werkverkeer is 22 km per dag.
je auto rijd 1 op 15. Hoeveel liter heb je nodig voor deze rit.

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel energie kost het om op en neer naar je werk te gaan.

Slide 25 - Open vraag