Werkhouding & Beroepshouding

Thema 'Werken'
Les: Werkhouding en Beroepshouding
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 'Werken'
Les: Werkhouding en Beroepshouding

Slide 1 - Tekstslide

Waaraan denk je bij het woord werkhouding?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Op tijd komen is geen enkel probleem voor mij!
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Wat doe jij om op tijd wakker te worden?

Slide 5 - Open vraag

Alweer te laat!
Wat gebeurt er op jouw
stage/werk?

Slide 6 - Woordweb

Hoe ga ik op een goede manier om met een klant?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een goed voorbeeld van klantgerichtheid?
A
Een klant vriendelijk te woord staan
B
De klant een goede dag wensen
C
Meedenken met de klant
D
Boos reageren op de klant

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een mooi voorbeeld van klantvriendelijkheid?
A
Altijd beleefd zijn tegen de klant
B
Meedenken met de klant
C
De klant een betere optie geven
D
Boos reageren op de klant

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Noem een moment wanneer je als klant goed geholpen bent.

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Wat zou de tekenaar met de afbeelding willen zeggen?
A
Als verkoper moet je nauw contact hebben met de klant.
B
De verkoper wil meerijden met de klant.
C
Als verkoper moet je door de ogen van de klant kijken.
D
De verkoper wilt de blauwe wagen verkopen.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Vind je de verkoper vriendelijk en beleefd?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Is de verkoper klantvriendelijk?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Denk je dat verkoper klantgericht handelt? (doet hij waar de klant om vraagt?)
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Was de klant tevreden?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is het zo belangrijk om klanten zo goed mogelijk te behandelen?

Slide 19 - Open vraag

Jij houdt van hard zingen. Je werkt in een verzorgingstehuis
met ouderen.
Kan dat daar?
A
Als je binnenkomt vraag je de bewoners altijd of ze het goed vinden dat je hardop zingt.
B
Je vraagt je stagebegeleider of je voortaan elke dag even samen met de bewoners mag zingen.
C
Vragen hoeft niet per se, oudere mensen vinden zingen altijd gezellig.
D
Je zet gezellig de radio aan en kijkt of de mensen met jou mee gaan zingen.

Slide 20 - Quizvraag

Je loopt stage in een schoenenwinkel.
Een klant heeft erge zweetvoeten.
Wat doe je?
A
Je vraagt je collega om de klant te helpen.
B
Je helpt de klant(en doet b.v. snel een lekker geurtje onder je neus)
C
Je doet alsof je de klant niet gezien hebt.
D
Je vraagt aan je collega wat je het beste kunt doen want je wordt er echt misselijk van.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Waarover kun je een praatje maken met collega's?

Slide 23 - Woordweb

Je bent op een dak
aan het werken.
Moet je op het dak altijd een helm op?
A
De baas is er vandaag niet, dus voor deze ene keer werk je zonder helm.
B
Natuurlijk doe je een helm op want mijn collega doet dat ook.
C
Denken ze nou echt dat ik voor schut ga lopen met zo'n ding op?
D
Natuurlijk doe je een helm op, veiligheid eerst!

Slide 24 - Quizvraag