§1.6 - Biotechniek

Biologie
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- chromebook
LessonUp: 
JA!
Telefoons niet zichtbaar s.v.p.!
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- chromebook
LessonUp: 
JA!
Telefoons niet zichtbaar s.v.p.!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Welkom
  • Vragen

  • Uitleg - klassieke biotechnologie
  • Opdracht/werkvorm
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1.6 Biotechniek 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen wat biotechniek is. 
2. Je kan toepassingen van schimmels noemen.
3 . Je kan toepassingen van bacteriën noemen.
4 . Je kunt uitleggen wat klassieke biotechniek is.  
5. Je kunt uitleggen wat moderne biotechnologie is (genetische modificatie). 

Slide 4 - Tekstslide

Biotechniek 
Biotechniek is het door de mens “gebruiken” van levende wezens.
- Brood maken, kaas, bier, wijn, antibiotica

Bacteriën en schimmels spelen hierin de hoofdrol.

Slide 5 - Tekstslide

Noem iets wat we eten, waar schimmels bij gebruikt zijn om het te maken?

Slide 6 - Open vraag

Het gebruik van schimmels
(Klassieke biotechnologie)
Het gebruik van schimmels,
zoals gist.
Gist = een 1-cellige schimmel die leeft van suikers (glucose) in het meel.
Gist scheidt koolstofdioxide en alcohol uit ==> het deeg wordt luchtig. De alcohol verdampt in de oven. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan een schimmel zich voortplanten
A
zaden
B
sporen
C
celdeling

Slide 8 - Quizvraag

0

Slide 9 - Video

Noem iets wat we eten, waar bacteriën bij gebruikt zijn om het te maken?

Slide 10 - Open vraag

Het gebruik van bacteriën
(klassieke biotechnologie)

  • Yoghurt
  • Zuurkool
  • Afvalwater schoonmaken

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Klassieke biotechnologie



Wordt niet alleen gebruikt in eten maar ook voor peniciline of antibiotica.

Slide 13 - Tekstslide

Werk aan je weektaak
T/m §1.5 is af en nagekeken, vrijdag controle!

§1.6 is volgende week dinsdag af en nagekeken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Biologie
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons niet zichtbaar!

Slide 16 - Tekstslide

Programma
  • Welkom

  • Uitleg - moderne biotechnologie
  • Klassikale afsluiting
  • Aan de slag/huiswerk

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk - §1.1 t/m §1.5
A
Ik heb opdrachten af en nagekeken.
B
Ik heb de opdrachten gemaakt, maar niet nagekeken.
C
Ik ben op weg, maar nog niet klaar.
D
Ik heb nog niets gedaan.

Slide 18 - Quizvraag

Moderne biotechniek
Je maakt gebruik van het DNA van verschillende organisme om op deze manier gunstige eigenschappen over te brengen.

Slide 19 - Tekstslide

Moderne biotechnologie
Organismen krijgen nieuwe eigenschappen doordat hun DNA wordt veranderd ==> genetische modificatie.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat kan met moderne biotechnologie
Voedsel als medicijn ==> toevoeging vitamine A aan rijst, door een gen in een rijstplant toe te voegen.

Supervoedsel maken ==> Superzalmen, door een gen in een zalm in te brengen, waardoor de zalm veel groter wordt. 

Wasmiddel ==> Genetische gemodificeerde enzymen, die vlekken uit de kleren wassen door een lage temperatuur. 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hoe maak je insuline?

Slide 24 - Tekstslide

Nadelen 
  • Aan DNA sleutelen is onnatuurlijk
  • Door het inbouwen van DNA van mensen in een ander soort kunnen nieuwe ziekten ontstaan.
  • Nieuwe diersoorten kunnen ontsnappen en in de natuur voortplanten ==> uitkomsten zijn onbekend. 
  • Onbekend wat de gevolgen zijn van genetisch veranderde organismen. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Het toevoegen van gist in brood om het luchtig te maken is:
A
klassieke biotechnologie
B
geen biotechnologie
C
recombinant-DNA-techniek
D
moderne biotechnologie

Slide 27 - Quizvraag

Welke uitspraak over bacteriën en schimmels is juist?
A
Schimmels en bacterieen groeien niet op vochtige plaatsen
B
Schimmels en bacterieen zijn aaltijd ongezond in voedingsmiddelen
C
Schimmels en bacterieen groeien snel in een warme omgeving
D
Schimmels en bacterieen zijn altijd zichtbaar op voedingsmiddelen.

Slide 28 - Quizvraag

Kun je schimmel eten?
A
Ja, je kunt alle schimmels eten.
B
Ja, alleen als het een klein beetje is.
C
nee, je kunt geen schimmels eten.
D
Sommige schimmels kun je wel eten en sommige niet.

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen biotechnologie?
A
gisten
B
bacteriën
C
schimmels
D
insuline

Slide 30 - Quizvraag

Bij de productie van bier en zuurkool wordt biotechnologie toegepast
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Waarom gebruiken we biotechnologie niet?
A
betere productie- technieken ontwikkelen
B
Om gewassen te verbeteren
C
via organismen nieuwe stoffen te ontwikkelen
D
om medicijnen te maken

Slide 32 - Quizvraag

Wat kan er fout gaan bij biotechnologie?
A
Dat er schadelijke bacteriën vrijkomen
B
Misvormde dieren.
C
Sterker worden bij gebruik GM voedsel
D
Dat het te duur wordt.

Slide 33 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?

Slide 34 - Woordweb

Werk aan je weektaak

§1.6 is dinsdag af en nagekeken!
www.biologiepagina.nl

Slide 35 - Tekstslide