Thema 3 Bloedsomloop Afweer

Startopdracht 
Kader/Mavo 
Lees de tekst op blz. 190-192
Maak opdracht 1 t/m 7, blz. 192-193
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht 
Kader/Mavo 
Lees de tekst op blz. 190-192
Maak opdracht 1 t/m 7, blz. 192-193

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht 
Basis/Kader
Lees de teksten op blz. 170- 175
Maak opdracht 1 t/m 7, blz. 170-175

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 5 Afweer 
Leerdoelen:
  • Je leert wat een infectie is en hoe je lichaam je daartegen beschermt. 
  • Je leert ook wat immuun zijn betekent, hoe een vaccinatie werkt en het verschil tussen actieve en passieve immuniteit.

Slide 3 - Tekstslide

Lichaamsvreemde stoffen
Je lichaam probeert vreemde stoffen op drie manieren tegen te houden:
  • met de huid
  • met de slijmvliezen in de luchtwegen
  • met zoutzuur in maagsap

Slide 4 - Tekstslide

Infectieziekten
  • lichaamsvreemde stoffen
  • besmetting
  • infectie
  • algemene afweer: ontsteking
  • koorts

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

specifieke afweer:
  • antigenen
  • witte bloedcellen
  • antistoffen
Ziekteverwekkers:
bacteriën, virussen,
schimmels, parasieten.

Slide 7 - Tekstslide

Specifieke afweerreactie:

Slide 8 - Tekstslide

Specifieke afweerreactie:

Slide 9 - Tekstslide

Specifieke afweerreactie:

Slide 10 - Tekstslide

Specifieke afweerreactie:

Slide 11 - Tekstslide

Natuurlijke immuniteit
  • Antistoffen zijn specifiek en kunnen dus maar één type ziekteverwekker onschadelijk maken!
Let op:

Slide 12 - Tekstslide

Kunstmatige immuniteit
  • Het lichaam maakt zelf de antistoffen
Natuurlijke immuniteit
Kunstmatige immuniteit
  • Het lichaam krijgt kant-en-klare antistoffen (bijvoorbeeld via een vaccinatie/inenting
Een vaccin bevat verzwakte ziekteverwekkers of antigenen van ziekteverwekkers (bijv. viruseiwitten)

Slide 13 - Tekstslide

Welke begrip kun je nog niet zelf uitleggen?

Slide 14 - Poll

Wat betekent infectie?
A
er is een ziekteverwekker binnengekomen
B
je bent ziek geworden
C
je maakt antistoffen
D
je maakt antigenen

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn antigenen?
A
eiwitten op ziekteverwekkers
B
eiwitten die ziekteverwekkers onschadelijk maken

Slide 16 - Quizvraag

Welke cel maakt antistoffen?
A
een binnengedrongen ziekteverwekker
B
een witte bloedcel
C
een rode bloedcel
D
een bloedplaatje

Slide 17 - Quizvraag

Als je ziekt bent geweest en weer beter geworden, ben je...
A
Kunstmatig immuun geworden
B
Natuurlijk immuun geworden

Slide 18 - Quizvraag

Door een vaccinatie tegen corona word je...
A
kunstmatig immuun
B
natuurlijk immuun

Slide 19 - Quizvraag

Welke grafiek hoort bij de hoeveelheid antistoffen in je bloed na toediening van een serum?
A
B

Slide 20 - Quizvraag

Ik heb de leerdoelen van basisstof 4 nu helemaal onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Aan de slag

Maak opdracht 23 t/m 28 (blz. 160 in je werkboek)

Kijk je opdrachten na!

Slide 22 - Tekstslide