Herhaling 4.1 en 4.2

Herhaling 4.1 en 4.2
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Herhaling 4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

De waarde van getallen.....
In welk getal geeft de 4
de duizenden aan?
A
38 400
B
45 675
C
49 432
D
34 567

Slide 2 - Quizvraag

De waarde van getallen.....
In welk getal geeft de 3
tienduizend aan?
A
38 400
B
45 673
C
49 432
D
43 567

Slide 3 - Quizvraag

De waarde van getallen.....
In welk getal geeft de 5
de eenheden aan?
A
38 500
B
45 675
C
59 432
D
34 567

Slide 4 - Quizvraag

De waarde van getallen.....
In welk getal geeft de 6
de tientallen aan?
A
38 406
B
45 675
C
69 432
D
34 567

Slide 5 - Quizvraag

De waarde van getallen.....
Hoeveel is de 4 waard in 38,400

A
0,4
B
40
C
0,04
D
400

Slide 6 - Quizvraag

De waarde van getallen.....
Hoeveel is de 9 waard in 38,19

A
0,9
B
90
C
0,09
D
9

Slide 7 - Quizvraag

De waarde van getallen.....
Hoeveel is de 9 waard in 39,18

A
0,9
B
90
C
0,09
D
9

Slide 8 - Quizvraag

decimale getallen =
A
een getal met cijfers achter de komma
B
een getal met alleen cijfers voor de komma

Slide 9 - Quizvraag

Wat weet je nog?
Hoeveel decimalen getallen heeft 38,97?
A
4
B
2
C
1
D
3

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel decimalen heeft het getal 0,04?
Decimale getallen
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel decimale getallen heeft...
490,84201
A
8
B
0
C
2
D
5

Slide 12 - Quizvraag


Is 15 een veelvoud van 5?
Veelvouden
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de eerste 5 veelvouden van 4?
Veelvouden
A
0, 2, 4, 6, 8
B
4, 8, 12, 16, 20
C
4, 8, 16, 32, 64
D
1, 2, 3, 4, 5

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de eerste 4 veelvouden van 7

Slide 15 - Open vraag


Wat is een deler van 50?
A
17
B
12
C
10
D
3

Slide 16 - Quizvraag

Is 7 een deler van 21?
Delers
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn alle delers van 12?
Delers
A
1, 12
B
2, 3, 4
C
1, 2, 3, 4, 6, 12
D
0, 1, 2, 3, 4, 6

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de delers van 24

Slide 19 - Open vraag

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
vijftigduizend
A
500
B
5000
C
55000
D
50000

Slide 20 - Quizvraag

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
1,8 miljard
A
1 800 000
B
180 000 000 000
C
1 800 000 000
D
18 000 000 000

Slide 21 - Quizvraag

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
dertigduizend

Slide 22 - Open vraag

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
67 miljard

Slide 23 - Open vraag

Schrijf met alleen cijfers:
3,5 miljoen
Grote getallen

Slide 24 - Open vraag

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
2,4 miljard

Slide 25 - Open vraag

23000000 =
A
230 miljoen
B
230 miljard
C
23 miljard
D
23 miljoen

Slide 26 - Quizvraag

45000 =
A
45 duizend
B
45 honderd
C
45 miljoen
D
4,5 duizend

Slide 27 - Quizvraag

2300000
A
23 miljoen
B
2,3 miljoen
C
2,3 miljard
D
23 miljard

Slide 28 - Quizvraag

4.3 Afronden

Slide 29 - Tekstslide

Planning 
- huiswerk bespreken
- terugblikken 
- uitleg 4.3 Afronden
- Aan de slag!
- zelfstandig werken? opgaven: 49, 53, 55, 56, 57, 58, 59, 60 en 62 blz. 209 - 213

Slide 30 - Tekstslide

Terugblikken 
1. Schrijf 2,43 biljoen met alleen cijfers.


2. Schrijf 1 490 000 in cijfers en woorden

Slide 31 - Tekstslide

Wat weten jullie al over afronden?

Slide 32 - Open vraag

Regels voor afronden

Slide 33 - Woordweb

Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger?
            Dan wordt het cijfer ervoor 1 hoger.
                      Dat noemen we afronden naar boven.
  • Is die decimaal kleiner dan 5?
            Dan verandert het cijfer ervoor niet.
                      Dat noemen we afronden naar beneden.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Hoe schrijf je het op?
25,95178 is afgerond op 2 decimalen 25,95

Slide 41 - Tekstslide

Rond 10,72864 af op twee decimalen

Slide 42 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 10,72864 af op twee decimalen
Aanpak
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
Dat is een 8, dus afronden naar boven.
Het tweede decimaal wordt dan 1 hoger
Uitwerking
10,72864 is afgerond op twee decimalen 10,73

Slide 43 - Tekstslide

Rond 5,356 af op een geheel getal

Slide 44 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 5,356 af op een gehaal getal.
Aanpak
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
Dat is een 3, dus afronden naar beneden.
Het getal voor de komma verandert niet.
Uitwerking
5,356 is afgerond op een geheel getal 5.

Slide 45 - Tekstslide

Afronden op ronde getallen
Voor het afronden op ronde getallen kijk je naar het ronde getal dat er het dichtst bij ligt. Ligt het precies in het midden, dan rond je af naar boven.

Slide 46 - Tekstslide

Rond 867 af op honderdtallen

Slide 47 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 867 af op honderdtallen
Aanpak
867 ligt tussen de honderdtallen 800 en 900
Het ligt dichter bij 900
Uitwerking 
867 is afgerond op honderdtallen 900

Slide 48 - Tekstslide

Rond 45497 af op duizendtallen

Slide 49 - Open vraag

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 45497 af op duizendtallen.
Aanpak
45497 ligt tussen de duizendtallen 45000 en 46000.
Het ligt dichter bij 45000
Uitwerking
45497 is afgerond op duizendtallen 45000

Slide 50 - Tekstslide

Kan je nu zelf aan de slag?
Heb je nog vragen?
Wil je nog iets kwijt?

Slide 51 - Woordweb

Aan de slag!
Leren:
Theorie E op blz. 208 en Theorie F op blz. 211

Maken:
opgaven 49, 53, 55, 56, 57, 58, 59, 60 en 62 op blz. 209 - 213

Klaar? Kijk je werk na!
Dit is huiswerk voor vrijdag.




timer
5:00

Slide 52 - Tekstslide

Aan de slag!
> Doe dit met degene naast je.
> Leg uit welke stappen je neemt.
> Schrijf beide het antwoord in je schrift.

> Klaar: ga aan de slag met de opdrachten, waar je daarnet bent gebleven. Doe dit op dezelfde manier als de testopgave.

Slide 53 - Tekstslide