H4.3 - Afronden

4.3 Afronden
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeRekenenMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

4.3 Afronden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les kun je decimale getallen afronden en afronden op ronde getallen

Zelfstandig aan het werk? Opgaven 48, 49, 51, 53, 55, 56, 59, 61, blz. 209, 210 en 212

Slide 2 - Tekstslide

1,6475895
Op zes manieren afronden, na uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

Werkschema afronden decimale getallen
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
  • Is die decimaal een 5 of hoger?
            Dan wordt het cijfer ervoor 1 hoger.
                      Dat noemen we afronden naar boven.
  • Is die decimaal kleiner dan 5?
            Dan verandert het cijfer ervoor niet.
                      Dat noemen we afronden naar beneden.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe schrijf je het op?
25,95178 is afgerond op 2 decimalen 25,95

Slide 11 - Tekstslide

1,6475895

Slide 12 - Tekstslide

Afronden op geheel getal

Slide 13 - Tekstslide

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 5,356 af op een geheel getal.
Aanpak
Kijk naar de eerste decimaal die je weglaat.
Dat is een 3, dus afronden naar beneden.
Het getal voor de komma verandert niet.
Uitwerking
5,356 is afgerond op een geheel getal 5.

Slide 14 - Tekstslide

Afronden op ronde getallen

Slide 15 - Tekstslide

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 867 af op honderdtallen
Aanpak
867 ligt tussen de honderdtallen 800 en 900
Het ligt dichter bij 900
Uitwerking 
867 is afgerond op honderdtallen 900

Slide 16 - Tekstslide

Rond 45497 af op duizendtallen

Slide 17 - Tekstslide

Theorie voorbeeld
Opgave
Rond 45497 af op duizendtallen.
Aanpak
45497 ligt tussen de duizendtallen 45000 en 46000.
Het ligt dichter bij 45000
Uitwerking
45497 is afgerond op duizendtallen 45000

Slide 18 - Tekstslide

Maakwerk

Voor maandag

Par. 4.3, oef. 48, 49, 51, 53, 55, 56, 59, 61

Slide 19 - Tekstslide