Vakleer - vetten: baklava

Vetten
 Baklava maken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
vakleerMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Vetten
 Baklava maken

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind 
van deze les kan jij:


  • het verschil tussen verzadigde en onverzadigde vetten uitleggen
  • een recept schrijven
  • samenwerken volgens een recept

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
  • Informatie vetten
  • Wat is baklava?
  • Verschil bladerdeeg en filodeeg
  • Hoe maak je baklava? 
  • Maak een recept met een stappenplan
  • Welk recept gaan we gebruiken?
  • Taakverdeling maken en uitvoeren (bakken maar!)
  • Evalueren

Slide 3 - Tekstslide

Vetten

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Wat zijn vetten?


Vetten zijn voedingsstoffen die, net als eiwitten en koolhydraten in je eten zitten. 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom heb je vetten nodig?

Slide 7 - Open vraag

Welke vetten zijn gezonder?
A
Verzadigd
B
Onverzadigd

Slide 8 - Quizvraag

Zoek een afbeelding op van producten waar goede vetten in zitten (onverzadigde vetten)

Slide 9 - Open vraag

Tot slot
De meeste verzadigde vetten krijg je binnen door het eten van kaas, vet vlees en vette vleeswaren en volvette zuivel. Maar ook snacks, koekjes en gebak bevatten vaak verzadigde vetzuren. Verder de vetten die stevig zijn bij kamertemperatuur zoals boter, margarine uit een wikkel en kokosolie.

Slide 10 - Tekstslide

Wat gebeurt er met jouw lichaam
als je te veel vetten eet?

Slide 11 - Woordweb

Baklava

Slide 12 - Woordweb

1

Slide 13 - Video

00:00
Wat is het verschil tussen bladerdeeg en filodeeg?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Maak een recept
  1. Titel
  2. Aantal personen
  3. Bereidingstijd
  4. Ingrediënten
  5. Materialen
  6. Werkwijze (in stappen)
  7. Foto 
  8. Inleveren via Teams
    (welke is het beste en gaan we uitvoeren?)

Slide 16 - Tekstslide

Evalueren


Hoe heeft jouw klasgenoot vandaag gewerkt?
1 = niet goed vandaag, door....
10 = perfect, omdat......

Slide 17 - Tekstslide