Scharniergewricht: beweging in één richting (bijv. knie, elleboog).
Kogelgewricht: beweging in meerdere richtingen (bijv. schouder, heup).
Draaigewricht: rotatie rond een as (bijv. de nek).
Zadelgewricht: beweging in twee richtingen (bijv. duim).
Ellipsoïde gewricht: beweging in twee richtingen, maar geen rotatie (bijv. pols).
Vlak gewricht: glijdende bewegingen (bijv. tussen de handwortelbeentjes).