3.2 Temperatuurverschillen op aarde

3.2 Temperatuurverschillen op aarde

Deel 1
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.2 Temperatuurverschillen op aarde

Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet hoe de atmosfeer de temperatuur op de aarde beïnvloedt.
- Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte heeft op de temperatuur.
- Je kunt de invloed van land, zee en hoogteligging op het klimaat uitleggen

Slide 2 - Tekstslide

Welke 9 klimaten hebben we ook alweer? 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het weer?
A
de temperatuur, de wind en de neerslag op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
B
het gemiddelde weer in een groot gebied over 30 of 40 jaar.

Slide 4 - Quizvraag

Andere naam voor parallel
A
Meridiaan
B
Breedtecirkel
C
Merilel
D
Lengtecirkel

Slide 5 - Quizvraag

Als je naar het journaal kijkt, wat vertellen ze vaak op het einde?
A
Het klimaat
B
Het weer

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een meridiaan?
A
De lijn die van oost naar west loopt
B
De lijn die oost naar noord loopt
C
De lijn die van west naar zuid loopt
D
De lijn die van noord naar zuid loopt

Slide 7 - Quizvraag

Tropisch klimaat
Savanne klimaat
Woestijn klimaat
Gematigd klimaat
Land klimaat
Pool klimaat

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is het tropisch regenwoud?
A
Groot bos dat nog niet door mensen is aangetast.
B
Bos in warme en vochtige gebieden rond de evenaar.
C
Een bos met naaldbomen.
D
Een akker met natte rijstbouw.

Slide 9 - Quizvraag

Taiga
Toendra
Landijs

Slide 10 - Sleepvraag

tropisch klimaat of koud klimaat?
A
Tropisch klimaat
B
Koud klimaat

Slide 11 - Quizvraag

Een deken rond de aarde

Slide 12 - Tekstslide

De atmosfeer 

Atmosfeer (dampkring) = luchtlaag rondom de aarde.

Door de atmosfeer is er leven op aarde.

Slide 13 - Tekstslide

Temperatuur aarde

Geen atmosfeer =
Overdag heel warm en in de nacht heel koud.

atmosfeer= beschermingslaag voor de aarde

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

De stand van de zon

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

De stand van de zon

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Stand van de zon
- De temperatuur is hoger op lage breedte.
Dit komt door de stand van de zon, de zon schijnt hier loodrecht op het aardoppervlak, hierdoor is het aardoppervlak kleiner.
- De temperatuur is lager op hoge breedte.
De zon schijnt hier schuin op het aardoppervlak, hierdoor is het aardoppervlak groter.

Slide 20 - Tekstslide

Maak nu van 3.2 opdracht
1, 2 en 3

Slide 21 - Tekstslide

3.2 Temperatuurverschillen op aarde

Deel 2

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet hoe de atmosfeer de temperatuur op de aarde beïnvloedt.
- Je begrijpt welke invloed de stand van de zon en de geografische breedte heeft op de temperatuur.
- Je kunt de invloed van land, zee en hoogteligging op het klimaat uitleggen

Slide 23 - Tekstslide

De invloed van zee, land en hoogte

Slide 24 - Tekstslide


A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 25 - Quizvraag


A
Hoge breedte
B
Lage breedte

Slide 26 - Quizvraag

Het is nooit boven 10°C op Groenland omdat:
A
Er geen bomen groeien
B
De invalshoek van de zon heel klein is
C
De zon loodrecht staat boven Groenland
D
De Inuit het graag koud hebben

Slide 27 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
Hoe hoger de breedtegraad, hoe warmer het is.
B
Hoe verder van de evenaar, hoe kouder het wordt.
C
Hoe kleiner de invalshoek van de zon, hoe warmer het is.
D
Hoe kleiner de invalshoek van de zon, hoe dichter bij de evenaar.

Slide 28 - Quizvraag

-Kleine schaduw
-hoge zonnestand
-Grote hoek van inval
-Hoge temperatuur op lage breedte 
-Klein oppervlakte verwarmd 
 
-Grote schaduw
-Lage zonnestand
-kleine hoek van inval 
- lage temperatuur  op hoge breedte 
- groot oppervlakte verwarmd 

Slide 29 - Tekstslide

Welk klimaat hadden wij?

Slide 30 - Tekstslide

De invloed van zee, land en hoogte

Slide 31 - Tekstslide

Invloed van zee, land en hoogte

Slide 32 - Tekstslide

invloed van zee en land
zomer: land warmt sneller op dan zee.  
               Aan zee - koel, op land - warm


winter: water blijft lang warm. 
               Aan zee -  warm,  op land -  koud

Slide 33 - Tekstslide

 Invloed van hoogte


  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
  • de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen

Slide 34 - Tekstslide

1000m omhoog = 6°C kouder

Slide 35 - Tekstslide

Maak nu van 3.2 opdracht
4a, 4b, 5 en 6

Slide 36 - Tekstslide