Werken op de administratie - afronden onderdeel A

Agenda 
  • Quiz LessonUp
  • Afronden onderdeel A -IEDEREEN, anders is het huiswerk!!!
  • Leerdoel van vandaag
  • Theorie: Tekstbron 4.7 rentekosten
  • Werken uit werkboek + eventueel extra opdrachten
  • Morgen start onderdeel B
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie en OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Agenda 
  • Quiz LessonUp
  • Afronden onderdeel A -IEDEREEN, anders is het huiswerk!!!
  • Leerdoel van vandaag
  • Theorie: Tekstbron 4.7 rentekosten
  • Werken uit werkboek + eventueel extra opdrachten
  • Morgen start onderdeel B

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


How are you today?
A
🤗
B
☹️
C
🙄
D
😴

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van bedrijfskosten

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De Giftshop koopt 25 blauwe bekers contant in.

Welke grootboekrekeningen veranderen er door deze aankoop?
A
100 Kas, 180 Te vorderen btw, 700 Voorraad goederen
B
100 Kas, 180 Te vorderen btw, 002 Inventaris
C
110 Bank, 180 Te vorderen btw, 700 Voorraad goederen
D
110 Bank, 180 Te vorderen btw, 002 Inventaris

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn geen bedrijfskosten?
A
Kassabon voor usb-sticks waarvan de voorraad op is
B
Schoonmaakmiddelen voor de schoonmaakster
C
Overzicht met de uitbetaling van het loon
D
Factuur voor de internetverbinding

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor factuur?
A
Offerte
B
Orderbevestiging
C
Order
D
Rekening

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is voor jouw bedrijf een crediteur?
A
Klant
B
Afnemer
C
Consument
D
Leverancier

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen te vorderen btw en te betalen btw?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De drogist koopt flessen shampoo in voor € 0,25 per stuk.
Ze verkopen de flessen shampoo voor € 1,00.
Bereken de brutowinst die de drogist maakt op de verkoop van 10 flessen shampoo.


A
€2,50
B
€12,50
C
€7,50
D
€10,-

Slide 9 - Quizvraag

Inkoopprijs = 10x €0,25 = €2,50 (inkoopwaarde omzet)
Omzet = 10 x €1,- = €10,-
(omzet= afzet x verkoopprijs)
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde omzet 
€10,- - €2,50 = €7,50
Zijn er tot nu toe(in onderdeel A) begrippen die je nog niet goed begrijpt? Zo ja welke?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Na deze les kun je:
Kostenfacturen verwerken in Excel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Afronden onderdeel A
Opdrachten:
67 t/m 86
89 t/m 100
Klaar? Nakijken antwoorden onderdeel A

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies