Log alvast in op de LessonUp, de code staat linksonder.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Log alvast in op de LessonUp, de code staat linksonder.
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les
In deze paragraaf leer je:
• meningen en argumenten herkennen;
• signaalwoorden die een reden aangeven;
• wat een betoog is;
• signaalwoorden die een conclusie aangeven;
• hoe je de hoofdgedachte van een tekst vindt en opschrijft.
Slide 2 - Tekstslide
Ik vind dat er huiswerkvrije scholen moeten komen.
A
mening
B
argument
Slide 3 - Quizvraag
Het is koud buiten.
A
Mening
B
Feit
Slide 4 - Quizvraag
Ik wilde op de fiets, maar mijn band was lek!
A
maar = voorbeeld
B
maar = tegenstelling
C
maar = opsomming
D
maar = reden
Slide 5 - Quizvraag
Omdat mijn broertje gamet, moet ik mijn favoriete serie missen.
A
Omdat = conclusie
B
Omdat = reden
C
Omdat = tegenstelling
D
Omdat = voorbeeld
Slide 6 - Quizvraag
Welke signaalwoorden ken je?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wat is waar?
A
Een argument is een reden waarom je iets vindt.
B
Een mening is een reden waarom je iets vindt.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Een betoog bestaat altijd uit drie delen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
De argumenten zet je in ..
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot
Slide 15 - Quizvraag
In een betoog probeert de schrijver je te overtuigen iets te kopen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Die toren is wel 127 meter hoog.
A
Feit
B
Mening
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Schrijf een feit en een mening op.
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Welk signaalwoord geeft een reden aan?
Slide 24 - Open vraag
Vlees eten zorgt voor een enorme belasting voor het milieu, en het is zielig voor de dieren. Kortom, je kunt maar beter zo snel mogelijk vegetariër worden. Welk signaalwoord geeft aan dat het om een conclusie gaat?
Slide 25 - Open vraag
Weektaak:
Paragraaf 3.3 1 t/m 26, de steropdrachten mag je overslaan.