Als je vertelt wat je van iets vindt, dan geef je je
mening. Vaak geef je daar ook een
argument bij: dus
waarom jij die mening hebt.
Hoe beter je argument is, hoe eerder de ander het met je eens zal zijn.
Voorbeeld:
- Ik wil een huiswerkvrij school, want dan hoef je thuis niet meer voor school te leren.
- De pauzes op school moeten langer worden, omdat je dan meer tijd hebt om rustig te eten.