- Je schrijft een WhatsApp naar elkaar op 1 papier.
-A heeft een nieuw huis. A vraagt B om te komen kijken naar het nieuwe huis.
- Stel vragen.
- Spreek de dag af.
- Spreek af hoe laat.
- Weet B waar het huis is?
- Hoe komt B daar? Daarna opnieuw:
- Als alles duidelijk is, zeg je dag. dan vraagt B aan A