Les 3 Theme words & adjectives (HV)

Welcome

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

What's the plan?
Homework check

herhaling adjectives

Vocabulary

Homework

Slide 2 - Tekstslide

Homework check
Do: 10, 11, 12 
(+1, 2, 3, 5, 6 (watching).


 


Slide 3 - Tekstslide

What is an adjective?

Slide 4 - Open vraag

Wat komt er vaak na een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 5 - Open vraag

Waarvoor gebruik je een 'adjective'?

Slide 6 - Open vraag

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
It is a beautiful ship.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 7 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Jack falls beautifully.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 8 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen een adverb en adjective en kan deze toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
met hulp

Slide 9 - Quizvraag

What is long in the following sentence?

Jacks has long hair

A
Long is an adjective
B
Long is an adverb

Slide 10 - Quizvraag

Goal
- I know how to write adjectives
Ik begrijp een Engelse tekst en kan er vragen over beantwoorden.
- I know more words from the vocabulary list

Slide 11 - Tekstslide

Adjectives = bijv nw
Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 
te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.
We all love that funny movie.
I think he is a terrible teacher.


Slide 12 - Tekstslide

Adjectives
*Je zet een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord.
*Bij sommige zinnen zet je ze achter het werkwoord.
Dit is bij de volgende werkwoorden: 
to be (am, are, is, was ,were, been), to look, to appear, to seem.

Op de volgende slide is een filmpje met uitleg hierover.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 14 - Woordweb

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Het mooie meisje                 The beatiful girl
Een makkelijk vak                  An easy subject
De fantastische show         The fantastic show
Een zelfstandig naamwoord is een ding, dier of mens en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een bijwoord?

Slide 16 - Woordweb

Bijwoord (adverb)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.   (actie in de zin).

Madonna sings beautifully. ("beautifully" zegt iets over "sings".)

Een werkwoord is iets wat je kunt doen.

Hoe maak je een bijwoord?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
It is a beautiful ship.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 19 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
Jack falls beautifully.

A
Adjective (bijvoegelijknaamwoord)
B
Adverb (bijwoord)

Slide 20 - Quizvraag

Match the opposite (tegenovergestelde) adjectives
good
lucky
always
quiet
clear
important
untidy
unimportant
never
unlucky
bad
nosy

Slide 21 - Sleepvraag

Look at the adjectives below. Which ones are positive and which are negative?
positive adjective
Negative adjective
fussy
bitchy
caring
bossy
easy going
brave

Slide 22 - Sleepvraag

Als een adjective iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Wat zijn hier dan de adjectives?
wel adjective (bijvoeglijk naamwoord) 
Geen adjective (bijvoeglijk naamwoord)
ugly
dog
extremely
dead
carefully
careful

Slide 23 - Sleepvraag

Vocabulary

Slide 24 - Tekstslide

1. vermaak

Slide 25 - Open vraag

2. publiek

Slide 26 - Open vraag

3. applaudisseren

Slide 27 - Open vraag

4. showbizz(nederlands)

Slide 28 - Open vraag

5. handtekening

Slide 29 - Open vraag

6. backstage

Slide 30 - Open vraag

7. breakthrough

Slide 31 - Open vraag

8. celebrity

Slide 32 - Open vraag

9. dressing room

Slide 33 - Open vraag

10. to entertain

Slide 34 - Open vraag

11. glamorous

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Link

HOMEWORK
Do: ex. 14, 15, 17, 18, 20


Study:  

- Theme words


Slide 37 - Tekstslide