T3 Genetica speciale vormen van overerving

B6: Speciale vormen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B6: Speciale vormen

Slide 1 - Tekstslide

Tot nu toe gehad...
  • Monohybride: Aa x Aa
  • Dihybride: AaBb x AaBb
  • Intermediair: IAIa x IAIa
  • X-chromosomaal: XAXa x XAY

Slide 2 - Tekstslide

Nu nog erbij...
Speciale manieren van overerven: 
- Multipele allelen (méér dan 2 allelen voor een eigenschap)
- Letale allelen
- Gekoppelde genen (dihybride, genen liggen op hetzelfde chromosoom)
- MtDNA (mitochondriaal DNA)

Slide 3 - Tekstslide

De ziekte van Duchenne (een ernstige spierziekte) wordt bepaald door een recessief gen op het X-chromosoom. Een man en vrouw zonder de ziekte krijgen een zoon met de ziekte. Hoe groot is de kans dat hun tweede kind, een dochter, draagster is van het allel voor de ziekte?
timer
3:00

Slide 4 - Open vraag

Ik kruis een individu met genotype AaBBcc met een individu met genotype AabbCc. Hoeveel procent van de nakomelingen heeft genotype AaBbCc?
timer
3:00

Slide 5 - Open vraag

Multipele allelen
Drie allelen (IA, IB en i) combineren tot 4 bloedgroepen: 
Bloedgroep A:      IAIA of IA
Bloedgroep B:      IBIB of IB
Bloedgroep AB:   IAIB
Bloedgroep 0:      ii 

Slide 6 - Tekstslide

Een vrouw met bloedgroep 0 krijgt een kind met een man met bloedgroep AB. Hoe groot is de kans dat het kind bloedgroep A heeft?
timer
3:00

Slide 7 - Open vraag

Letale allelen
Een allel zorgt ervoor dat een organisme niet levensvatbaar is wanneer het homozygoot (tweemaal!) aanwezig is. 

Voorbeeld: q is een letaal allel bij muizen. Je kruist twee heterozygote muizen (Qq). 25% van die nakomelingen heeft genotype qq: die zijn dus niet levensvatbaar. 
Van de overige muizen is 2/3 Qq en 1/3 QQ. 

Slide 8 - Tekstslide

p is een letaal allel bij cavia's. Je kruist cavia Pp met cavia pp. Hoeveel % van de levend geboren jongen heeft genotype Pp?
timer
3:00

Slide 9 - Open vraag

"Gewone" dihybride kruising: Een kip met een lange kam (heterozygoot) en witte veren (heterozygoot) wordt gekruist met een haan met een korte kam en zwarte veren.
Wat is de verhouding fenotypen in de F1?

timer
3:00

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Twee konijnen met lang haar en rechtopstaande oren die beide heterozygoot zijn voor deze eigenschappen planten zich voort. De genen voor deze eigenschappen liggen op hetzelfde chromosoom. Hoeveel procent van de nakomelingen zal kort haar en flaporen hebben?
timer
5:00

Slide 15 - Open vraag

Weektaak: T3 B6 + B7

Opdrachten deze week:
- B6: opdr. 66, 68 t/m 74
- B7: opdr. 76 t/m 79


Slide 16 - Tekstslide