Formatieve toets Hoofdstuk 2 Aarde klimaat

Twee beweringen:
1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd
2. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Twee beweringen:
1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd
2. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 1 - Quizvraag

Op hoge breedte is het kouder ...
A
doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
het kouder omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
omdat daar de lucht ijler is
D
het kouder doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Slide 2 - Quizvraag

Het subtropisch
maximum ligt op ...
A
O graden breedte
B
30 graden breedte
C
60 graden breedte
D
go graden breedte

Slide 3 - Quizvraag

Deze verdeling van de
luchtdrukgebieden gaat over
A
Januari
B
Maart
C
Juli
D
September

Slide 4 - Quizvraag

Welke antwoord antwoorden is/zijn juist?
Wanneer er sprake is van een hogedrukgebied in Nederland dan ...
A
is het droog
B
is het 's zomers warmer
C
is het 's winters kouder
D
is het nat

Slide 5 - Quizvraag

De Zuidwestmoesson in Juli bij India ...
A
is aflandig en zorgt voor droogte
B
is aflandig en zorgt voor neerslag
C
is aanlandig en zorgt voor droogte
D
is aanlandig en zorgt voor neerslag

Slide 6 - Quizvraag

Het klimaatsysteem van Köppen is gebaseerd op
A
temperatuur
B
neerslag
C
wind
D
natuurlijke plantengroei

Slide 7 - Quizvraag

Twee beweringen:
1. Het albedo-effect heeft te maken met de klimaat-factor type oppervlak
2. E-klimaten komen alleen voor op hoge breedte
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 8 - Quizvraag

Het corioliseffect is een ander woord voor ...
A
ITCZ
B
de wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 9 - Quizvraag

De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 10 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je de
situatie tijdens een ...
A
El Nino
B
La Nina

Slide 11 - Quizvraag

Twee beweringen:
1. Een koude zeestroom gaat altijd van het noorden naar het zuiden
2. Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 12 - Quizvraag

Welk antwoord/antwoorden is/zijn juist?
Het voorkomen van een BS-klimaat in Los Angeles in het westen van de VS is te verklaren met ...
A
de breedteligging
B
het type oppervlak
C
de ligging van gebergtes
D
een koude zeestroom voor de kust

Slide 13 - Quizvraag

Bij een Cs-klimaat groeien vooral ...
A
loofbomen
B
naaldbomen
C
struiken en mossen
D
kurkeiken

Slide 14 - Quizvraag

De boreale zone bestaat vooral uit ...
A
loofbomen
B
naaldbomen
C
struiken en mossen
D
grassen

Slide 15 - Quizvraag

Deze grafiek is van een ...
A
As-klimaat
B
Aw-klimaat
C
Af-klimaat
D
BS-klimaat

Slide 16 - Quizvraag