Formatieve toets hoofdstuk 3 t/m paragraaf 3.7

Twee beweringen:
1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd
2. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Twee beweringen:
1. Langgolvige straling geabsorbeerd door de atmosfeer wordt ook wel het broeikaseffect genoemd
2. Het versterkte broeikaseffect wordt door de mens veroorzaakt
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 1 - Quizvraag

Latente energie wil zeggen dat
A
er energie overblijft door terugkaatsing
B
er water verdampt
C
de energie wordt geabsorbeerd door de dampkring
D
de energie compact wordt vervoerd

Slide 2 - Quizvraag

Op hoge breedte is het kouder ...
A
doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
omdat daar de lucht ijler is
D
doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Slide 3 - Quizvraag

Het subtropisch
maximum ligt op ...
A
O graden breedte
B
30 graden breedte
C
60 graden breedte
D
90 graden breedte

Slide 4 - Quizvraag

Deze verdeling van de
luchtdrukgebieden gaat over
A
Januari
B
Maart
C
Juli
D
September

Slide 5 - Quizvraag

Welke antwoord antwoorden is/zijn juist?
Wanneer er sprake is van een hogedrukgebied in Nederland dan ...
A
is het droog
B
is het 's zomers warmer
C
is het 's winters kouder
D
is het nat

Slide 6 - Quizvraag

De Zuidwestmoesson in Juli bij India ...
A
is aflandig en zorgt voor droogte
B
is aflandig en zorgt voor neerslag
C
is aanlandig en zorgt voor droogte
D
is aanlandig en zorgt voor neerslag

Slide 7 - Quizvraag

Twee beweringen:
1. Het albedo-effect heeft te maken met de klimaat-factor type oppervlak
2. E-klimaten komen alleen voor op hoge breedte
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 8 - Quizvraag

Het klimaatsysteem van Köppen is gebaseerd op
A
temperatuur
B
neerslag
C
wind
D
natuurlijke plantengroei

Slide 9 - Quizvraag

Het corioliseffect is een ander woord voor ...
A
de ITCZ
B
de wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 10 - Quizvraag

De werking van de diepwaterpomp heeft te maken met ...
A
de ITCZ
B
de Wet van Buys Ballot
C
de thermohaliene circulatie
D
de atmosferische circulatie

Slide 11 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je de
situatie tijdens een ...
A
El Nino
B
La Nina

Slide 12 - Quizvraag

Twee beweringen:
1. Een koude zeestroom is wat temperatuur betreft altijd kouder dan een warme zeestroom
2. Bij een koude zeestroom voor de kust is de kans op neerslag kleiner dan bij een warme zeestroom
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 13 - Quizvraag

Welk antwoord/antwoorden is/zijn juist?
Het voorkomen van een BS-klimaat in Los Angeles in het westen van de VS is te verklaren met ...
A
de breedteligging
B
het type oppervlak
C
de ligging van gebergtes
D
een koude zeestroom voor de kust

Slide 14 - Quizvraag

Bij een Cs-klimaat groeien vooral ...
A
loofbomen
B
naaldbomen
C
struiken en mossen
D
kurkeiken

Slide 15 - Quizvraag

Deze grafiek is van een ...
A
As-klimaat
B
Aw-klimaat
C
Af-klimaat
D
BS-klimaat

Slide 16 - Quizvraag