NED Spreken 2F/3F: Aantrekkelijk spreken, opbouw en beeldgebruik KB

Nederlands Spreken 3F
Aantrekkelijk spreken
Duidelijke opbouw
Juist beeldgebruik

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands Spreken 3F
Aantrekkelijk spreken
Duidelijke opbouw
Juist beeldgebruik

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij spreken?

Slide 2 - Woordweb

Aan het einde van de les/opdracht:


Weet je:
welke aspecten horen bij aantrekkelijk spreken
waar een duidelijke opbouw van een presentatie aan voldoet
hoe je beeldgebruik juist toe kan passen

Opdrachten Spr(eken) 1 NuNederlands

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1

Slide 5 - Video

00:15
Is dit een houding om aantrekkelijk te spreken?
A
Ja
B
Misschien
C
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opbouw presentatie
Logisch
Duidelijk
Anderen moeten begrijpen wat je verhaal is.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt het beste hele zinnen in het spreekschema zetten.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 15 - Quizvraag

Wat gebruik jij vaak bij een presentatie als hulpmiddel?
A
Powerpoint
B
Poster
C
Voorwerpen
D
Iets anders

Slide 16 - Quizvraag

Gebruik beeld 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Belangrijk:
  • Less = more (hoe minder hoe beter).
  • Kies voor een rustige lay-out/zelfde kleurgebruik/lettertype.
  • Alleen plaatjes als het nut heeft.
  • Steekwoorden i.p.v. zinnen.
  • Contact maken/reageren met het publiek (interactie).
  • Bewust van je eigen non-verbale houding + mimiek.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het einde van de les/opdracht:

Weet je:
welke aspecten horen bij aantrekkelijk spreken
waar een duidelijke opbouw van een presentatie aan voldoet
hoe je beeldgebruik juist toe kan passen

Opdrachten Spr 1 NuNederlands ->

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

6

Slide 23 - Video

01:14
Oefenen van je presentatie moet altijd met publiek
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

01:45
Een flesje water meenemen bij je presentatie mag tijdens het examen spreken.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

02:02
Rondlopen tijdens ons examen spreken is een goed idee.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

02:51
Relaxte houding, schouders niet naar achteren zijn:
A
verbaal
B
non-verbaal

Slide 27 - Quizvraag

03:27
Handen in je broekzak is perfect met presenteren
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

03:49
Lager en rustiger praten is beter dan snel en hoog praten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag