BOL 2.3.7 Oncologie & VMS Thema's

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ging de les van
vorige week over?

Slide 2 - Open vraag

2.3.6 Verpleegkundig proces en Wet en regelgeving

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een ander woord voor uitzaaiing?
A
Benigne
B
Maligne
C
Metastase
D
Lymfogene

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekenen de andere antwoorden: Benigne: goedaardige tumoren > vormt geen metastasen – hersentumor, kan goedaardig zijn en toch problemen veroorzaken door druk vd hersenen
Maligne: kwaadaardige tumoren > grotere kans op uitzaaiingen
Lymfogene: vanuit lymfen kunnen uitzaaiingen ontstaan
Tumor: gezwel

Wat is kenmerkend voor maligne tumoren?
A
Ingroei in omringend weefsel
B
Metastasering naar de lever
C
Ontsteking in de lymfeklieren
D
Langzaam groeiende cellen

Slide 5 - Quizvraag

Kwaadaardige (maligne) tumoren, ook wel kanker genoemd, kenmerken zich door ingroei in omringende weefsels (invasieve groei) en cellen die meer afwijken van gezonde cellen.

Maligne tumoren worden onderverdeeld in sarcomen en carcinomen. 
Sarcomen ontstaan uit bindweefsel, kraakbeen of bot, terwijl carcinomen ontstaan uit huid en slijmvliezen.

Noem eens een aantal betrokken disciplines bij een oncologische zorgvrager

Slide 6 - Woordweb

Oncoloog
Chirurg
Regieverpleegkundige
Oncologieverpleegkundige
Radioloog
Dietiste
Fysiotherapeut
Psycholoog
Wijkverpleegkundige
Huisarts

Slide 7 - Tekstslide

1. veneuze bloed van maag en darmen gaan via de poortader naar de lever

2. veneuze bloed gaat via de vena cava, de rechterhartboezem en rechterkamer naar de longen

3. Veneuze bloed gaat via linkerboezem en linkerkamer naar aorta naar de rest van het lichaam, kwaadaardige cellen blijven steken in de botten en hersenen en er groeien dan nieuwe tumoren.
Als een tumor uitgezaaid is, krijgt de dochtertumor niet de naam van het orgaan waar het naar uitgezaaid is. Dus als een zorgvrager dikke-darmkanker heeft en er zit een dochtergezwel in de lever, dan noemen we dat geen leverkanker. De zorgvrager heeft dan nog steeds darmkanker met uitzaaiingen (darmkankercellen) in de lever. De ziekte krijgt de naam van de plaats waar de kanker is begonnen. De darmkanker noemen we dan de primaire tumor.

Opdracht (10 minuten)
Ga naar pallialine.nl en zoek eens op:
- wat ascites is
- wat de symptomen zijn
- wat de behandeling is
 klassikale terugkoppeling

> Link pallialine in volgende slide

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan ervoor zorgen dat een cel teveel gaat delen?
A
Weinig vocht
B
Weinig vitamines
C
Eiwitmutatie
D
DNA mutatie

Slide 10 - Quizvraag

Bij de genetische factoren gaat het over erfelijkheid, die is vastgelegd in het DNA. Sommige mensen hebben in hun DNA bepaalde afwijkingen waardoor zij een grotere kans hebben op het krijgen van een bepaalde soort kanker, bijvoorbeeld borst- of darmkanker.
Bij ongeveer 5% van alle kankersoorten spelen deze DNA-afwijkingen de belangrijkste rol in het ontstaan van kanker.

Wat is de belangrijkste risicofactor voor kanker gerelateerd aan leefstijl?
A
overgewicht
B
alcohol
C
roken
D
drugs

Slide 11 - Quizvraag

Kanker ontstaat door een combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is naast onbedoeld gewichtsverlies en koorts is een B-symptoom?
A
nachtzweten
B
koude rillingen
C
diarree
D
malaise

Slide 14 - Quizvraag

B- symptomen zijn onverklaarbaar: nachtzweten, gewichtsverlies en koorts

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voordeel van een MRI-scan?
A
Zorgvrager hoeft niet lang stil te liggen
B
Zeer kleine tumoren zijn zichtbaar
C
Goedkoop onderzoek
D
Comfortabel onderzoek voor de zorgvrager

Slide 17 - Quizvraag

Een MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) maakt met behulp van radiogolven en een sterke
magneet afbeeldingen van de organen.

Waar wordt een PET-scan binnen de oncologie met name voor gebruikt?
A
Aantonen of uitsluiten metastase
B
Bepalen van bijwerkingenprofiel
C
Geven van radiotherapie
D
Inspuiten van chemotherapie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Bij een endoscopie wordt een flexibele slang met een camera ingebracht via de mond, anus of plasbuis waardoor bijvoorbeeld de maag, darmen of blaas kunnen worden bekeken
 en biopten kunnen worden genomen

Slide 20 - Tekstslide

Opereren (curatief en palliatief)bestralen (radiotherapie), aftekenen, uitwendige en inwendige bestraling, bijwerkingen
cytostatica (chemotherapie)  curatief, palliatief en uit voorzorg. Hoe ga je met cytostatica om?
Hormoontherapie
Alternatieve behandeling

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Je gaat in tweetallen aan de slag met een VMS-thema
Kies een thema dat door niemand anders in de klas is gekozen, alle thema’s worden dus gekozen. Verdiep je in het thema dat je hebt gekozen.

Maak samen een infographic over het thema. Je klasgenoten moeten in een oogopslag kunnen zien wat het thema inhoudt.

Zet je infographic in de powerpoint in Teams (bij bestanden)

 

Slide 25 - Tekstslide

https://piktochart.com/
http://vizualize.me/
Create Infographics, Reports and Maps – Infogram
https://www.canva.com/

Slide 26 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies