Enkele uitdrukkingen met avoir:
avoir X ans X jaar oud zijn bijv.Quel âge as-tu ? - Moi, j’ai 12 ans .
avoir faim honger hebben
avoir soif dorst hebben
avoir chaud het warm hebben, avoir froid het koud hebben
avoir de la chance geluk hebben
avoir raison gelijk hebben , avoir tort ongelijk hebben
avoir mal pijn hebben
avoir envie de zin hebben ,
avoir besoin de nodig hebben