Samenvatting theorie fictie

Theorie fictie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsWOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theorie fictie

Slide 1 - Tekstslide

Fictie/boekentoets/opdracht spreekvaardigheid
7. Spanning: bladzijde 30
8. Perspectief: bladzijde 34
22. Tijd: bladzijde 90
23. Ruimte: bladzijde 94
37. Plot: bladzijde 150
38. Motief: bladzijde 154

Slide 2 - Tekstslide

Spanning (bladzijde 31)

Slide 3 - Tekstslide

Spanning (bladzijde 31)

Slide 4 - Tekstslide

Spanning (bladzijde 31)

Slide 5 - Tekstslide

Perspectief (bladzijde 34)
WIE VERTELT HET VERHAAL?

Perspectief: het gezichtspunt waar vanuit je het verhaal leest.

Soorten perspectieven:
ik-verteller
personale verteller
auctoriale verteller

Slide 6 - Tekstslide

Perspectief (bladzijde 34)
DE IK-VERTELLER

inzicht in eigen gedachten, niet die van anderen
één kant van het verhaal
onbetrouwbare verteller
meervoudig perspectief: meerdere ik-vertellers

Slide 7 - Tekstslide

Perspectief (bladzijde 34)
DE PERSONALE VERTELLER

vanuit derde persoon (‘hij’ of ‘zij’) verteld
alleen inzicht in eigen belevingswereld
mogelijk meerdere vertellers




Slide 8 - Tekstslide

Perspectief (bladzijde 34)
DE AUCTORIALE VERTELLER

alwetende verteller
hoort, ziet en weet alles van alle personages
kan vooruitblikken geven
kan lezer direct aanspreken en commentaar geven
is geen personage uit boek





Slide 9 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 10 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 11 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 12 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 13 - Tekstslide

23. Ruimte

Slide 14 - Tekstslide

23. Ruimte

Slide 15 - Tekstslide

23. Ruimte

Slide 16 - Tekstslide

37. Plot

Slide 17 - Tekstslide

37. Plot

Slide 18 - Tekstslide

37. Plot

Slide 19 - Tekstslide

38. Motief

Slide 20 - Tekstslide

38. Motief

Slide 21 - Tekstslide

38. Motief

Slide 22 - Tekstslide

38. Motief

Slide 23 - Tekstslide