Gedrag en agressie

Gedrag en agressie
module C1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Gedrag en agressie
module C1

Slide 1 - Tekstslide

Wat is gedrag?
Het geheel van acties en reacties van een organisme, gewoonlijk met betrekking tot de natuurlijke omgeving en de sociale omgeving.

De psychologie maakt verder onderscheid tussen uitwendig, voor derden waarneembaar gedrag, en inwendig, innerlijk gedrag zoals denken en voelen.

Gedrag kan bewust of onbewust, openlijk of heimelijk, vrijwillig of onvrijwillig zijn.



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

 Aangeleerd gedrag
Gedrag is voor een deel erfelijk bepaald, maar kun je ook aanleren.
Aangeleerd gedrag is gedrag dat je van anderen overneemt of dat door leren en ervaringen tot stand komt. Bijvoorbeeld:
  • Je neemt gewoontes van je ouders en andere volwassenen over tijdens je opvoeding.
  • Je went aan situaties waarmee je regelmatig te maken krijgt.
  • Als kind word je beloond voor gewenst gedrag en gestraft voor ongewenst gedrag.

Je leert door ervaring welk gedrag positief werkt en welk gedrag niet. Hierdoor pas je je gedrag aan.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is een crisissituatie?
Een crisissituatie ten gevolge van gedragsproblematiek, is een situatie waarbij een zorgvrager een acute dreiging of gevaar is voor zichzelf, voor zijn omgeving of wanneer de zorgvrager zelf wordt bedreigd.

Slide 6 - Tekstslide

Agressie
Het gewelddadig handelen met het doel schade toe te brengen.
 Dikwijls gaat het om schade aan personen.
 
In het Latijn betekende het woord aggredo, waarvan ons agressiebegrip is afgeleid, aanvankelijk: het in positief opzicht benaderen van een mens, een taak of een doel.“
 (Prof. J.Bastiaans 1986).

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Begrippen agressie
Frustratieagressie: vanuit angst of machteloosheid;


Instrumentele agressie: als strategie om doel te bereiken;

Verzet tegen autoriteit: vanuit machtsverhoudingen tussen professional en cliënt;

Als gevolg van psychische stoornissen, bijvoorbeeld PTSS, autisme, verslaving, persoonlijkheidsstoornis;

Als gevolg van ziektes, bijvoorbeeld stofwisselingsziekte (schildklier, diabetes), dementie, NAH of pijn.




Slide 9 - Tekstslide

Fasen van agressie
  1. eerst discussie,
  2. daarna stelling innemen (polarisatie),
  3. dan ruzie en al naargelang er dwingende omstandigheden plaatsvinden
  4. kan agressie leiden tot zinloos geweld, massale vechtpartijen of zelfs oorlog.

Slide 10 - Tekstslide

De agressieve zorgvrager

Slide 11 - Tekstslide

Agressief gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Hoe handel jij bij een agressieve zorgvrager?

Slide 13 - Woordweb

Wat te doen?
- uiten is positief
- vat het niet persoonlijk op
- luister en accepteer (wat zijn de behoeften?)
- zijn er prikkels weg te nemen?
- regie bij zorgvrager (meedenken over een oplossing)
- humor, blijf/praat rustig, oogcontact, geen onverwachtse bewegingen,
- geen waarom vragen
- "zullen we" , niet "we moeten..." (geen autoritaire gedrag) 
- zoek een rustige plek, doe geen valse beloften (ga weg wanneer nodig)
begeleiding zorgvrager + voor jezelf 
- melding maken

 









Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Opdracht 1:

Ga naar Thieme, Boek (e-edition): Communicatie en begeleiding n4 -
5 onvoorziene situaties in de zorg –en maak de opdracht 
Oriëntatie Opdracht 3 

 



Opdracht 2:

Doorloop de Free-Learning via link op volgende dia

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link