Betoog en taaldilemma's- havo

Examen inzien
Beoordeling is volgens 10-puntschaal: 7/10 is dus een cijfer 7.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Examen inzien
Beoordeling is volgens 10-puntschaal: 7/10 is dus een cijfer 7.

Slide 1 - Tekstslide

Planning komende tijd
SE-week 2: Betoog schrijven op de computer

31 januari: boekenlijst inleveren (per mail)

Periode 3: mondelingen literatuur (iom docent)

Slide 2 - Tekstslide

Donderdag 18 januari

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Je checkt voor je zelf of je goed bent voorbereid op SE3.
Je weet hoe APA werkt en past dit toe.
Je oefent je taalvaardigheid (taaldilemma's) in Vlekkeloos Nederlands.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een betoog?

Slide 5 - Open vraag

Kenmerk
 In een betoog probeert de schrijver zijn lezers ervan te overtuigen dat hij gelijk heeft. Dit doet hij door middel van argumenten.

Houd de hele tijd dat je schrijft dit doel in je achterhoofd.

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerk
In het begin van een betoog wordt er vaak een stelling geformuleerd. In de rest van het betoog wordt deze stelling met argumenten en voorbeelden versterkt. Ook kan de schrijver gebruikmaken van het verwerpen van een tegenargument. Hier later meer over.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een bouwplan?

Slide 8 - Open vraag

Bouwplan
Voordat je begint met schrijven is het erg handig als je een schrijfplan maakt. Hierin geef je eerst aan wat je per alinea wilt bespreken. 

Slide 9 - Tekstslide

Op welke manier kan je een onderwerp inleiden?

Slide 10 - Open vraag

Stelling 
De stelling omschrijf je ook in de inleiding.
Denk goed over je stelling na. Formuleer de stelling zo dat je voldoende argumenten hebt als ondersteuning.

Je moet vóór de stelling zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Op welke manieren kan je argumenteren? Denk aan de argumentatieschema's.

Slide 12 - Open vraag

Argumentatie
Meervoudige argumentatie en nevenschikkende argumentatie

Gebruik minimaal 2, maximaal 3 relevante uitspraken uit de door jou gekozen teksten.
Beperk je tot één zin per citaat.
Voorzie citaten van nummers-> genummerde bronnenlijst in APA-stijl (zie blz. 29+30)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe moet de indeling van het betoog eruitzien? In alinea 1 schrijf je...

Slide 14 - Open vraag

 Schrijfplan=bouwplan
Alinea 1: Inleiding + stelling 
Alinea 2: Argument voor
Alinea 3: Argument voor
Alinea 4: Argument tegen + weerlegging
Alinea 5: Samenvatting

Zie ook: blz. 63 van je reader

Slide 15 - Tekstslide

Wat moet er in de slotalinea staan?

Slide 16 - Open vraag

Samenvatting
Aan het eind van de tekst herhaal je expliciet de stelling met alle argumenten. Dan rond je jouw betoog af (je maakt de cirkel rond).

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

voorbeeld betoog

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

APA-stijl in je betoog
Voor je argumentatie gebruik je minimaal 2, maximaal 3 relevante uitspraken uit de door jou gekozen teksten.
Beperk je tot één zin per citaat.
Voorzie citaten van nummers-> genummerde bronnenlijst in APA-stijl (zie blz. 29+30)

Slide 24 - Tekstslide

Parafraseren en citeren
Wat is het verschil?

Parafraseren: waar moet je op letten?
  • Goed overbrengen van de kerngedachte
  • Geef de passage in eigen woorden weer (plagiaat)
  • Geef een volledige en correcte bronvermelding
Voorbeelden: blz. 30 van je reader

Slide 25 - Tekstslide

Parafraseren en citeren
Citeren: waar moet je op letten?
  • Correct overnemen van het citaat
  • Geef een volledige en correcte bronvermelding:
"De combinatie van een dalende beroepsbevolking en een stagnerende productiviteit heeft een negatief effect op de groei van de economie" (Ravenstein, 2016, pp. 36-37).

Slide 26 - Tekstslide

Elke referentie in de referentielijst bevat vier basiselementen (blz. 30, reader):  
1. auteur(s) : familienaam/-namen en initiaal/initialen
2. publicatiejaar of -datum
3. titel van de bron 
4. informatie over de publicatie 

Elk onderdeel wordt gevolgd door een punt behalve na een website.


Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
Oefening over APA maken. Gedaan? Kijk zelf na (nakijkbladen op bureau)
Klaar?
Verder met Vlekkeloos Nederlands, taaldilemma's (blz.113)
Maken: test 44-45 (blz. 138 e.v.)
Maken: Test 47, alleen maken: zin 2-4-6-8-9-11-12-13-14-15
Klaar? Ga verder met werkwoordspellingstesten (vanaf 19).

Slide 28 - Tekstslide