Herkansing SE3 en taalverzorging

Herkansing SE3 en taalverzorging
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Herkansing SE3 en taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Herkansing SE3 en taalverzorging

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Bronvermelding in de tekst: Je herhaalt hoe je dit doet. (SE3)
Bronvermelding in de bronnenlijst: Je herhaalt hoe je dit doet. (SE3)
Je herhaalt de begrippen die van belang zijn voor SE3.
Je oefent je werkwoordspelling en algemene spelling (SE3+CE).
Je oefent signaalwoorden (SE3+CE).

Slide 3 - Tekstslide

Plagiaat
  • wanneer je informatie uit bronnen gebruikt zonder het te vermelden
  • Parafraseren
  • belangrijkste informatie uit een bron in eigen woorden samenvatten
  • Citeren
  • oorspronkelijke tekst letterlijk overnemen (met aanhalingstekens)

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer moet je de bron vermelden?
Schrijf je antwoord op je wisbordje.
A
Als je parafraseert
B
Als je citeert
C
Als je parafraseert en als je citeert
D
Nooit

Slide 5 - Quizvraag

Bronvermelding in de tekst
Een score van meer dan 10% volgens Peter Bakker, in de Telegraaf op 30 maart 2024.
Hoe verwerk je deze info volgens APA richtlijnen? Schrijf het op je wisbordje.
  • Als je in de tekst een bron gebruikt, geef je dat aan door de achternaam + jaartal te noteren. 
  • Een score van meer dan 10%  (Bakker, 2024).

  • Is dit parafraseren of citeren? Schrijf het op je wisbordje.

Slide 6 - Tekstslide

Of:
Baarda (2019) raadt aan om het statistisch programma SPSS
te gebruiken voor het analyseren van onderzoeksgegevens.

Is dit parafraseren of citeren? Schrijf het op je wisbordje.

Slide 7 - Tekstslide

Of:
'Ik ben het hier niet meer eens', zegt De Groot (2024).

Is dit parafraseren of citeren? Schrijf het op je wisbordje.

Slide 8 - Tekstslide

Bronvermelding in de tekst
APA richtlijnen
Zijn er meerdere auteurs, dan noteer je tot 2 auteurs in de tekst, bij 3 of meer noteer je: et al.
Gegeven dat energie op een duurzame manier wordt geproduceerd,stoten elektrische auto’s gedurende hun levenscyclus minder kooldioxyde uit dan conventionele auto’s (Bockarjova et al., 2015)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bronvermelding bronnenlijst
APA richtlijnen
Let op: een bronnenlijst is altijd alfabetisch, ongeacht de bron
of het materiaal. 
Noteer: wie, wanneer, wat, waar
  • Dujardin, A. (2020). Het is een soort spelletje onder de jeugd in Rotterdam: wie heeft het grootste mes? Trouw.

Slide 11 - Tekstslide

Bronnenlijst: ontbrekende gegevens
  • Soms is de auteur van een bron onbekend. Wat meld je dan?
  • De verantwoordelijke organisatie.

  • Soms is de datum of het jaar van publicatie onbekend, bijvoorbeeld van een webpagina. Welke afkorting gebruik je dan?
  • z.d.
WISBORDJE

Slide 12 - Tekstslide

Quiz bronvermelding
Van de Hogeschool Rotterdam

Slide 13 - Tekstslide

Je mag een tekst overnemen zonder de bron te vermelden als je de tekst in je eigen woorden weergeeft.
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Verwijzen naar de bron is niet nodig wanneer je alleen een idee of opvatting overneemt.
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Hoe deel je een literatuurlijst in?
A
Alle bronnen in alfabetische volgorde.
B
Bronnen in alfabetische volgorde, bronnen afbeeldingen apart.

Slide 16 - Quizvraag

Een bron heeft 6 auteurs, welke verwijzing in de tekst is correct?
A
(Schmidt, Deelder, Erasmus, Smid, Doolder, & Erusmus, 2018, p. 20)
B
(Schmidt e.a. 2018, p. 20)
C
(Schmidt & Deelder e.a., 2018, p. 20)

Slide 17 - Quizvraag

Wat doe je wanneer de publicatiedatum van een bron onbekend is?
A
In de lopende tekst: (Auteur, z.d.) In de literatuurlijst in plaats van een datum: (z.d.).
B
Is een publicatiedatum onbekend dan kan deze worden weggelaten.

Slide 18 - Quizvraag

Wat doe je als de auteur van een bron onbekend is?
A
Noem de verantwoordelijke organisatie.
B
Laat gegevens over de auteur weg.
C
Gebruik de afkorting g.a. (geen auteur).

Slide 19 - Quizvraag

Elpers (2009) zegt hierover: "In de jaren vijftig waren de kaasmeisjes nog anoniem" (p. 21).
A
Correcte bronvermelding.
B
Geen correcte bronvermelding.

Slide 20 - Quizvraag

Bij de bronvermelding in de bronnenlijst, houd je de volgende volgorde aan:
A
Wie-wat-wanneer-waar
B
Wie-wanneer-wat-waar
C
Wie-waar-wat-wanneer

Slide 21 - Quizvraag

Begrippen helder?
Inleiding
Kernzin
AUB
Signaalwoorden
Tegenargument
Weerlegging
Slot

Bouwplan
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

Bouwplan + checklist
TIP: Schrijf je bouwplan alvast op je kladpapier / in exam.net
Blz. 63 en 64, reader.

Checklist: reader, blz. 65 en 66.


Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag!

Vlekkeloos Nederlands:
Los, vast of een streepje? Test 87 (blz. 81)
Werkwoordspelling-> vanaf test 19 (blz. 32)

Binnen 10 minuten klaar? Maak dan een test naar keuze.
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Terugblik

Slide 25 - Tekstslide