les 3 Delier

Delier
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Delier

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen


Je kunt uitleggen waarom het zo moeilijk is om een delier te herkennen
Je kunt risicofactoren voor een delier herkennen
Je weet hoe je een delier kan behandelen en hoe je ermee om moet gaan

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaan we dat doen?

voorkennis testen d.m.v. quizvragen
filmpjes kijken
uitleg
quizvragen tussendoor en op het einde

Slide 3 - Tekstslide

Beschrijf in je eigen woorden wat een delier is en welke symptomen hierbij kunnen horen?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Een delier heeft altijd een lichamelijke oorzaak
A
Goed
B
Fout

Slide 6 - Quizvraag

Een delier krijg je alleen als je boven de 70 jaar bent
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quizvraag

Iemand met een delier kan zowel onrustig zijn als apathisch (heel rustig)
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Een delier is in de avond en nacht erger
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Een delier komt geleidelijk
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Behandeling
  • Behandelen van de oorzaak, bv. de infectie
  • Behandelen van de verschijnselen, bv. medicatie tegen de onrust, waanidee of angsten
  • inschakelen van familie

Slide 18 - Tekstslide

Wat doe je als verzorgende IG?
Noem zoveel mogelijk interventies die je kunt doen?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Quizje

Slide 23 - Tekstslide

Hoe verschilt een delier van een dementie?
A
c) Een delier fluctueert in ernst en is vaak acuut, terwijl dementie geleidelijk toeneemt en stabieler is
B
b) Dementie is vaak een acute toestand met fluctuaties in bewustzijn
C
a) Een delier is chronisch, terwijl dementie acuut is
D
d) Dementie heeft geen invloed op het geheugen, terwijwijl een delier dat wel doet

Slide 24 - Quizvraag

Welke van de volgende symptomen is kenmerkend voor een delier?
A
b) Fluctuerende toestand van bewustzijn en aandacht
B
c) Langdurige hallucinaties zonder bewustzijnsstoornissen
C
a) Stabiele gemoedstoestand met geleidelijke geheugenverlies
D
d) Continu depressieve stemming

Slide 25 - Quizvraag

Wat zijn veelvoorkomende oorzaken van een delier?
A
e) Medicijninteracties
B
c) Hartaandoeningen
C
b) Dehydratie
D
a) Infecties

Slide 26 - Quizvraag

Wat is een delier?
A
a) Een langdurige mentale stoornis met geheugenverlies
B
b) Een acute verwardheid met fluctuatie in bewustzijn en aandacht
C
c) Een chronische depressieve stoornis
D
d) Een vorm van psychose met hallucinaties en wanen

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerkopdracht
Verdiep je in het onderwerp : 
Ziektebeelden GGZ.

Welke ziektebeelden ken je?
Welke ziektebeelden ben je tijdens je stage tegengekomen?

Slide 29 - Tekstslide