1. De onrustige/hyperactieve vorm:agitatie, motorische onrust (plukgedrag), verhoogd bewustzijn, desoriëntatie, angst (evt. met hallucinaties/wanen).
2. De apathische/hypo-actieve vorm:
bewustzijnsdaling/apathie, teruggetrokken gedrag.
3. Een gemengde vorm:
afwisselend hypo- en hyperactief; komt vaker voor bij ouderen.