Les 2 Examentraining onderdeel 2 - Indeling recht

Examentraining onderdeel 2
Indeling recht
Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 9


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Examentraining BKRMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Examentraining onderdeel 2
Indeling recht
Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 9


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.1 (K)
De kandidaat stelt in een situatie vast of het privaatrecht of publiekrecht van toepassing is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

burger - burger
overheid - burger

Slide 3 - Tekstslide

Laat de studenten het schema van de tweede les erbij pakken en het schema aanvullen met de tekst die in het witte vlak staat. Dit zijn ezelsbruggetjes om het onderscheid goed te kunnen maken. 
Johnny vraagt bij de gemeente Tilburg een bijstandsuitkering aan op grond van de Participatiewet.
Welk recht is van toepassing?
A
Privaatrecht
B
Publiekrecht

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.2 (K)
De kandidaat stelt in een situatie vast of materieel of formeel privaat-, bestuurs- of strafrecht van toepassing is. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materieel recht; vindplaatsen
Burgerlijk Wetboek                materieel recht van het privaatrecht
Wetboek van Strafrecht, Opiumwet en de Wegenverkeerswet 
             materieel recht van het strafrecht 
Wet inkomstenbelasting 2001,  de Gemeentewet en de Vreemdelingenwet            materieel recht van het bestuursrecht 

Beschrijft recht, plichten, geboden en verboden ! 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formeel recht
Beschrijft de handhaving van het materieel recht; 
Hoe kan je jouw recht halen?
Welke straf of sanctie kan worden opgelegd? 
Het formele recht geeft regels als een recht, een plicht of een gebod niet is uitgevoerd én wanneer een verbod is overtreden.

Wordt ook wel procesrecht genoemd!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formeel recht; vindplaatsen
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering               formeel recht van het privaatrecht
Wetboek van Strafvordering             formeel recht van het strafrecht 
Algemene wet bestuursrecht            formeel recht van het bestuursrecht 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sjef wordt aangehouden door de politie. Gaat het hier om formeel of om materieel recht?
A
formeel
B
materieel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suzan koopt een wasmachine. De slang ontbreekt. Ze doet haar beklag bij de leverancier. Gaat het om materieel of formeel recht?
A
formeel
B
materieel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.3 (K)
De kandidaat herkent welke rechtsgebieden (personen- en familierecht, vermogensrecht, arbeidsrecht, strafrecht, bestuursrecht, staatsrecht, sociale zekerheidsrecht, belastingrecht en verzekeringsrecht) tot het privaatrecht of het publiekrecht behoren. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

burger - burger
overheid - burger

Slide 12 - Tekstslide

Laat de studenten het schema van de tweede les erbij pakken en het schema aanvullen met de tekst die in het witte vlak staat. Dit zijn ezelsbruggetjes om het onderscheid goed te kunnen maken. 
het verzekeringsrecht is:
A
privaatrecht
B
publiekrecht

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

sociale zekerheidsrecht is:
A
privaatrecht
B
publiekrecht

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.4 (K)
De kandidaat stelt in een situatie vast of het goederenrecht of verbintenissenrecht van toepassing is. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbintenissenrecht gaat over...
A
de juridische relatie tussen 2 of meer partijen, waarbij er een prestatie moet worden verricht
B
absolute rechten op goederen.
C
het verschil tussen roerende zaken en onroerende zaken
D
het verschil tussen zaken en vermogensrechten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.5 (K)
De kandidaat herkent natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed, rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid (eenmanszaak, vennootschap onder firma (VOF), maatschap) en rechtspersonen: rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid (besloten vennootschap (BV), naamloze vennootschap (NV), coöperatie, vereniging, stichting).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke personen vs. rechtspersonen
Bij het recht zijn natuurlijke personen en rechtspersonen betrokken.

Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed die voor zichzelf handelen. Bijv.: trouwen, kopen, eigenaar zijn.

Rechtspersonen: juridische constructie die ervoor zorgt dat een bedrijf of organisatie handelingen in het recht kan verrichten. De stichting, de vereniging, de BV (besloten vennootschap) en de NV (naamloze vennootschap) zijn voorbeelden van rechtspersonen. Er zijn ook publiekrechtelijke rechtspersonen, bijv. de gemeente, de Staat, de Provincie.

Natuurlijke en rechtspersonen kunnen dus handelen in het privaatrecht. Ze kunnen eigenaar zijn van een stuk grond, koopovereenkomsten sluiten en werknemers aannemen.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natuurlijke personen
bestaan door verwekking / geboorte!

Gewone natuurlijke personen
Mensen van vlees en bloed die handelen voor zichzelf, bijv. kopen iets voor thuis, huren een kamer om te wonen, trouwen)

Bedrijfsmatige natuurlijke personen
Mensen van vlees en bloed (handelen alleen of samen met andere natuurlijke personen onder een bedrijfsnaam):
eenmanszaak
maatschap
vennootschap onder firma (v.o.f.)
commanditaire vennootschap (c.v.)
Rechtspersonen (bedrijven of organisaties)

Privaatrechtelijke rechtspersonen: bestaan door notariële akte van oprichting (art. 2:3 BW!!!)
Commerciële rechtspersonen (doel: winst maken)
Besloten vennootschap (B.V.)
Naamloze vennootschap  (N.V.)
Coöperatie (bijv. Campina)
Onderlinge waarborgmaatschappij

Ideële rechtspersonen (doel: ideëel, sociaal, maatschappelijk)
Stichting
Vereniging

Publiekrechtelijke rechtspersonen: bestaan door wetgeving (en art. 2:1 BW)
Staat, Provincie, Gemeente
Waterschap

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Henk Jansen is directeur van zijn B.V.
Is Henk een natuurlijk persoon of een rechtspersoon?
A
Henk is een natuurlijk persoon
B
Henk is een rechtspersoon

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de B.V. van Henk?
A
De B.V. is een natuurlijk persoon
B
De B.V. is een rechtspersoon

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.6 (T)
De kandidaat motiveert in een situatie of er sprake is van handelingsbekwaamheid door toepassing van de artikelen 1:233, 1:234 , 1:381 en 3:32 BW.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soufyan (23) is onder curatele gesteld in verband met een gokverslaving. Met oudjaar koopt hij 50 oudejaarsloten bij de Bruna.
Is Soufyan handelingsbewkaam hiervoor?

Noteer je antwoord en leg uit.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies