Ondersteunende dienst non-food week 3

                  Lesbrief 10 
Mens en Omgeving
week 3  
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

                  Lesbrief 10 
Mens en Omgeving
week 3  

Slide 1 - Tekstslide

welke 4 soorten schoonmaakmiddelen zijn er?

Slide 2 - Open vraag

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 3 - Tekstslide

Een voorbeeld van een oplosmiddel is
A
chloor
B
allesreiniger
C
schoonmaakazijn
D
spiritus

Slide 4 - Quizvraag

De juiste Schoonmaakregel is
A
Werk van binnen naar buiten.
B
Werk van laag naar hoog.
C
Werk van schoon naar vuil.
D
Eerst sanitaire ruimtes schoonmaken daarna kamer.

Slide 5 - Quizvraag

Schoonmaakregels:
Werk van boven naar beneden?
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Waar heeft dit plaatje mee te maken?
A
schoonmaakregels
B
zelfredzaamheid
C
Ergonomie
D
motoriek

Slide 7 - Quizvraag

Wat zien wij hier?
A
Toepassingsgebieden
B
Gevarensymbolen
C
Niet mengen!
D
Pictogrammen

Slide 8 - Quizvraag

Welk gevaarsymbool zie je hier?
A
Giftig
B
Ontvlambaar
C
Oxiderend
D
Irriterend

Slide 9 - Quizvraag

Deze week: taak 6 en 7 
leerdoelen:
-de was sorteren
- de wasmachine en droger bedienen
-het wagoed strijken 
-leer je ergonomisch tillen en dragen

Slide 10 - Tekstslide

lees de opdrachten van taak 6
de slides hierna gaan over de theorie
na het doornemen van de theorie kan je 
de opdrachten gaan maken 

Slide 11 - Tekstslide

wat doe je voordat de
was in de wasmachine
gaat?

Slide 12 - Woordweb

Waarom haal je de zakken van het wasgoed leeg voordat je het in de machine gooit?
A
het kan andere kleding beschadigen
B
je raakt dingen kwijt
C
het kan de was verpesten
D
het is slecht voor de machine

Slide 13 - Quizvraag

dit doe je voordat de was de machine in gaat
-zakken leeghalen
-ritssluiting dicht doen
-donkere kleding omdraaien
-kleding met prints omdraaien
-vlekkenmiddel op vlekken
-etiket lezen
-was sorteren

Slide 14 - Tekstslide

Hoe heet dit etiket?

A
Behandelingsetiket
B
Samenstellingsetiket

Slide 15 - Quizvraag

Hoe heet dit etiket?
A
Behandelingsetiket
B
Samenstellingsetiket

Slide 16 - Quizvraag

Wassymbolen: staan op kledinglabel
Hoe je het moet wassen/behandelen 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

De was sorteren:
welke stapels
maak je?

Slide 19 - Woordweb

Waarom met de hand wassen?
1. het kledingstuk slijt minder snel
2. het kledingstuk raakt minder snel uit model
3. het kan sneller dan in de machine
4. het is beter voor het milieu, WAAROM??????

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag 
Maak de opdrachten bij Taak 6
Overleg met de docent welke praktijkopdracht je kan gaan doen

Slide 21 - Tekstslide

Taak 7 Veilig werken
Lees opdracht 2
Lees de tekstbron 2 Arbeidsomstandigheden
Maak opdracht 2
Doe opdracht 3 

Slide 22 - Tekstslide

       Extra opdracht
                          Maak de wikiwijs opdracht bij 
Week 3 in de Elo 

Slide 23 - Tekstslide

Bedankt voor het meedoen
Zijn er nog vragen?

Slide 24 - Tekstslide