18. 14 nov: Duidelijk schrijven (4c+16) + Taalverzorging

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht in de klas
Ieder krijgt zo twee briefjes. Op elk briefje schrijf je een zin. 
Bijvoorbeeld: 
  • De emmer zit vol kikkerdril. 
  • De trein naar Haarlem vertrekt over drie minuten. 

timer
2:00

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2 uit het boek.

leuke opdracht!
Opdracht in de klas
Ieder krijgt weer twee briefjes terug. 

Schrijf een verhaal van 4 zinnen waarin je de twee zinnen aan elkaar koppelt.

Daarna enkele antwoorden voorlezen.
timer
6:00

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2 uit het boek.
Vandaag donderdag 14 november: 
  • Numo: al gedaan
  • Duidelijk schrijven
  • Huiswerk nakijken
  • Aan de slag
  • Taalverzorging

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Numo
Uiterlijk 24 november: 
5 uur gewerkt

< 5 uur = onvoldoende
5 uur = voldoende
5,5 uur = goed

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt de verbanden en verwijzingen in een tekst aanwijzen en uitleggen. 
  2. Je kunt zelf een duidelijke tekst met samenhang schrijven. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duidelijk schrijven

  1.  Onderwerp 
  2. Deelonderwerp(en)
  3.  Hoofdgedachte
  4. Signaalwoorden en verbanden
  5. Verwijswoorden






Slide 7 - Tekstslide

Tot hier met klas A
Elk jaar op Goede Vrijdag wordt in Groningen de Bloemenjaarmarkt gehouden. Veel mensen komen elk jaar op de bloemetjesmarkt af, zoals deze ook wel wordt genoemd.
De eerste bloemetjesmarkt werd gehouden in 1983. Dit was een enorm succes. Met de jaren werd de markt steeds groter.
Tegenwoordig is de fleurige markt immer populair. Jaarlijks komen er meer dan tienduizend mensen op af.

1. Onderwerp: 
  • Stel jezelf de vraag: 
  • Waar gaat de tekst over? 

  • Geef antwoord in één woord of woordgroep. 

  • Wat is het onderwerp? 
  • Groningse bloemenmarkt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk jaar op Goede Vrijdag wordt in Groningen de Bloemenjaarmarkt gehouden. Veel mensen komen elk jaar op de bloemetjesmarkt af, zoals deze ook wel wordt genoemd.
De eerste bloemetjesmarkt werd gehouden in 1983. Dit was een enorm succes. Met de jaren werd de markt steeds groter.
Tegenwoordig is de fleurige markt immer populair. Jaarlijks komen er meer dan tienduizend mensen op af.

2. Deelonderwerp: 
  • Stel jezelf de vraag 
  • Wat vertelt de schrijver nog meer, naast het onderwerp? 

  • Geef antwoord in één woord of woordgroep

  • Wat is een deelonderwerp? 
  • Oorsprong
  • Heden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk jaar op Goede Vrijdag wordt in Groningen de Bloemenjaarmarkt gehouden. Veel mensen komen elk jaar op de bloemetjesmarkt af, zoals deze ook wel wordt genoemd.
De eerste bloemetjesmarkt werd gehouden in 1983. Dit was een enorm succes. Met de jaren werd de markt steeds groter.
Tegenwoordig is de fleurige markt immer populair. Jaarlijks komen er meer dan tienduizend mensen op af.

3. Hoofdgedachte: 
  • Stel jezelf de vraag 
  • Waar gaat de tekst over?  

  • Geef antwoord in één zin.

  • Wat is de hoofdgedachte? 
  • De Groningse bloemenmarkt is nog steeds elk jaar een succes.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk jaar op Goede Vrijdag wordt in Groningen de Bloemenjaarmarkt gehouden. Veel mensen komen elk jaar op de bloemetjesmarkt af, zoals deze ook wel wordt genoemd.
De eerste bloemetjesmarkt werd gehouden in 1983. Dit was een enorm succes. Met de jaren werd de markt steeds groter.
Tegenwoordig is de fleurige markt immer populair. Jaarlijks komen er meer dan tienduizend mensen op af.

4. Signaalwoorden: 
  • Stel jezelf de vraag 
  • Welke signaalwoorden zie ik?  

  • Schrijf alle signaalwoorden op.

  • Welke signaalwoorden zie ik? 
  • zoals
  • ook
  • eerste
  • tegenwoordig

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk jaar op Goede Vrijdag wordt in Groningen de Bloemenjaarmarkt gehouden. Veel mensen komen elk jaar op de bloemetjesmarkt af, zoals deze ook wel wordt genoemd.
De eerste bloemetjesmarkt werd gehouden in 1983. Dit was een enorm succes. Met de jaren werd de markt steeds groter.
Tegenwoordig is de fleurige markt immer populair. Jaarlijks komen er meer dan tienduizend mensen op af.

4. Signaalwoorden & verbanden: 
  • Stel jezelf de vraag 
  • Welke verbanden horen bij de signaalwoorden?  

  • Welke verbanden horen erbij: signaalwoorden zie ik? 
  • zoals: voorbeeld
  • ook: opsomming
  • eerste: opsomming
  • tegenwoordig: tijd

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk jaar op Goede Vrijdag wordt in Groningen de Bloemenjaarmarkt gehouden. Veel mensen komen elk jaar op de bloemetjesmarkt af, zoals deze ook wel wordt genoemd.
De eerste bloemetjesmarkt werd gehouden in 1983. Dit was een enorm succes. Met de jaren werd de markt steeds groter.
Tegenwoordig is de fleurige markt immer populair. Jaarlijks komen er meer dan tienduizend mensen op af.

5. Verwijswoorden: 
  • Stel jezelf de vraag 
  • Wordt er veel herhaald? Kan ik iets vervangen?  

  • Wordt er veel herhaald? Kan ik iets vervangen?
  • Bloemenjaarmarkt
  • bloemetjesmarkt
  • deze
  • dit
  • markt
  • fleurige markt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk jaar op Goede Vrijdag wordt in Groningen de Bloemenjaarmarkt gehouden. Veel mensen komen elk jaar op de bloemetjesmarkt af, zoals deze ook wel wordt genoemd.
De eerste bloemetjesmarkt werd gehouden in 1983. Dit was een enorm succes. Met de jaren werd de markt steeds groter.
Tegenwoordig is de fleurige markt immer populair. Jaarlijks komen er meer dan tienduizend mensen op af.

5. Verwijswoorden: 
  • Stel jezelf de vraag 
  • Wordt er veel herhaald? Kan ik iets vervangen?  

  • Wordt er veel herhaald? Kan ik iets vervangen?
  • Bloemenjaarmarkt
  • bloemetjesmarkt
  • deze
  • dit
  • markt
  • fleurige markt

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk bespreken
Opdracht 1, 7, 9

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
  • 1 Een samenhangend verhaal is een tekst waarvan de verschillende zinnen goed in elkaar overlopen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7
  • 7 a Bijvoorbeeld: Ik fietste over een spijker, zodat mijn band leegliep. Ik kwam te laat op school, waardoor ik mijn proefwerk Nederlands miste.
  • b Bijvoorbeeld: E-sport, oftewel competitief gamen, is enorm populair onder jongeren. Ook steeds meer sponsors vinden e-sport interessant. Succesvolle gamers verdienen namelijk veel geld. De Nederlandse League of Legends-speler Fabian verdient bijvoorbeeld duizenden dollars per maand. Veel geld verdienen is echter alleen voor de besten weggelegd.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9
  • a. Bijvoorbeeld: 
  • Mijn neefje is heel irritant, want hij heeft altijd goede cijfers. Ook heeft dat verwende joch altijd nieuwe kleren aan. Bovendien heeft hij altijd de nieuwste games, maar die aso laat mij nooit op zijn computer.
  • b. Het werkwoord ‘heeft’ wordt meerdere keren gebruikt. In de eerste zin kun je ‘heeft altijd goede cijfers’ bijvoorbeeld vervangen door ‘haalt altijd goede cijfers’. In de derde zin kun je ‘heeft altijd de nieuwste games’ vervangen door ‘krijgt altijd de nieuwste games’.
  • c. De tekst is verder nog niet helemaal samenhangend: ‘altijd’ wordt bijvoorbeeld drie keer herhaald.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Pg 72
Samen lezen van de drie teksten

Slide 19 - Tekstslide

pg 72 opdr 10, 11, 12 - havo
pg 77 opdr 5 - vwo
Aan de slag
Pg 72 
Maak opdracht 10

Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Daarna bespreken
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

pg 72 opdr 10, 11, 12 - havo
pg 77 opdr 5 - vwo
Opdracht in de klas
Ieder krijgt zo twee briefjes. Op elk briefje schrijf je een zin. 
Bijvoorbeeld: 
  • De emmer zit vol kikkerdril. 
  • De trein naar Haarlem vertrekt over drie minuten. 
De briefjes worden ingenomen en je krijgt er twee voor terug. 
Schrijf dan een verhaal van 4 zinnen waarin je de twee zinnen aan elkaar koppelt.
Daarna enkele antwoorden voorlezen.
timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 2 uit het boek.
Taalgebruik:
Tekstsoorten (1)
Tekstdoelen (2)
Het onderwerp van een tekst (3)
De structuur van een tekst (4)
De verbanden in een tekst (5)
Mening en argumenten (7)
Betrouwbaarheid van teksten (13)
Duidelijk schrijven (16)

Taal & Cultuur:
De kunst van het redeneren (11)
Denk niet aan de roze olifant (14)

Taalverzorging:
Meervoudsvormen (3)
Bijvoeglijk naamwoorden (4)
Samenstellingen (6)

PTO
Handboek:
Oefenboek: Hoofdstuk 1abcf, 4abcf

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van:
museum

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van:
gps

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het meervoud van:
idee

Slide 25 - Open vraag

Deze niet met havo 3a gedaan.
Wat is er fout geschreven? Verbeter de fout.
Het geroep van zwaanen klinkt duidelijk op onze dvds.

Slide 26 - Open vraag

Tot hier met havo 3A
Wat is er fout geschreven? Verbeter de fout.
Het klinkt als crises als ik mijn zusje op haar cello's hoor spelen.

Slide 27 - Open vraag

Tot hier met B
Begrippen uit deze les
 Onderwerp
Deelonderwerp(en)
 Hoofdgedachte
Signaalwoorden en verbanden
Verwijswoorden

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze