Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H4 Chapitre 1 Aller, avoir, être (12-09-2024)
Les verbes irréguliers: avoir, être, aller
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les verbes irréguliers: avoir, être, aller
Slide 1 - Tekstslide
Le présent is de .....
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd
D
toekomende tijd
Slide 2 - Quizvraag
Avoir = hebben
J'ai = ik heb
Tu as
Il, elle, on a
Nous avons
Vous avez
Ils , elles ont
Slide 3 - Tekstslide
Être = zijn
Je suis = ik ben
Tu es
Il, elle, on est
Nous sommes
Vous êtes
Ils , elles sont
Slide 4 - Tekstslide
Aller = gaan
Je vais = ik ga
Tu vas
Il, elle, on va
Nous allons
Vous allez
Ils , elles vont
Slide 5 - Tekstslide
Présent van avoir
J'___________
A
ai
B
as
C
a
D
avons
Slide 6 - Quizvraag
Présent van être
je__________
A
es
B
ai été
C
suis
D
étais
Slide 7 - Quizvraag
Présent van aller
Je ________
A
vas
B
vais
C
irai
D
allais
Slide 8 - Quizvraag
Présent van avoir
Nous _______
A
avons
B
sommes
C
allons
D
as
Slide 9 - Quizvraag
De passé composé is .....
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooid verleden tijd (ik had gedanst)
Slide 10 - Quizvraag
Passé composé van avoir
J'___________
A
ai eu
B
as eu
C
a eu
D
avons eu
Slide 11 - Quizvraag
Passé composé van être
Je/j'__________
A
suis été
B
ai été
C
suis
D
étais
Slide 12 - Quizvraag
Passé composé van aller
Je ________
A
irai
B
vais
C
suis allé(e)
D
allais
Slide 13 - Quizvraag
Passé composé van aller
Elle ________
A
est allé
B
allait
C
ira
D
est allée
Slide 14 - Quizvraag
De imparfait is .....
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooid tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooid verleden tijd (ik had gedanst)
Slide 15 - Quizvraag
Passé composé van être
Elles__________
A
sont allées
B
ont été
C
sont étés
Slide 16 - Quizvraag
Hoe maak je een imparfait?
A
nous-vorm- ons + ais, ais, ait, ions, iez, aient
B
hele ww + ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
hele ww + ai, as, a, ons, ez, ont
Slide 17 - Quizvraag
Imparfait van avoir
Il ___________
A
ai
B
as
C
a
D
avait
Slide 18 - Quizvraag
Imparfait van être
vous __________
A
êtes
B
étiez
C
aviez
D
étions
Slide 19 - Quizvraag
Imparfait van aller
Elle ________
A
allais
B
était
C
avait
D
allait
Slide 20 - Quizvraag
Imparfait van avoir
Vous ___________
A
avez eu
B
avez
C
alliez
D
aviez
Slide 21 - Quizvraag
Le futur simple is .....
A
De tegenwoordige tijd
B
De verleden tijd
C
De onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
D
De voltooid verleden tijd
Slide 22 - Quizvraag
Hoe maak je le futur?
A
hele ww + ai, as, a, ons, ez, ont
B
hele ww + ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
nous-vorm - ons + ai, as, a, ons, ez, ont
Slide 23 - Quizvraag
Le futur van aller
Je/j' __________
A
serai
B
irais
C
irai
D
étais
Slide 24 - Quizvraag
Le futur van avoir
vous __________
A
avez
B
auriez
C
aviez
D
aurez
Slide 25 - Quizvraag
Le futur van être
vous __________
A
serez
B
seriez
C
étiez
D
êtes
Slide 26 - Quizvraag
Le futur van être
Je/ j'__________
A
serai
B
ai été
C
suis
D
étais
Slide 27 - Quizvraag
Le conditionnel is .....
A
De tegenwoordige tijd
B
De verleden tijd
C
De onvoltooid verleden toekomende tijd
D
De onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
Slide 28 - Quizvraag
Hoe maak je le conditionnel?
A
hele ww + ai, as, a, ons, ez, ont
B
hele ww + ais, ais, ait, ions, iez, aient
C
nous-vorm - ons + ai, as, a, ons, ez, ont
Slide 29 - Quizvraag
Le conditionnel van être
vous __________
A
serez
B
êtes
C
seriez
D
avez été
Slide 30 - Quizvraag
Le conditionnel van avoir
il __________
A
avait
B
aurait
C
a
D
aura
Slide 31 - Quizvraag
Le conditionnel van aller
tu __________
A
vas
B
allais
C
iras
D
irais
Slide 32 - Quizvraag
Le conditionnel van avoir
nous__________
A
avons
B
serions
C
aurons
D
aurions
Slide 33 - Quizvraag
Ensuite
Réviser les verbes:
verbuga.eu
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Herhalen avoir, être, faire, aller in alle tijden
Maart 2024
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les verbes dans articles et comptes rendus
September 2024
- Les met
26 slides
Frans
Beroepsopleiding
H4 Chapitre Aller, avoir, être
November 2024
- Les met
51 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4v werkwoorden en tijden
Mei 2023
- Les met
44 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 Chapitre 1 être, avoir
September 2023
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
4H werkwoorden en tijden Unité 1
September 2022
- Les met
43 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
4H werkwoorden en tijden Unité 1
September 2023
- Les met
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
H4 23-01-2023
Januari 2024
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4