les3

Pak je boek, je schrift, je rekenmachine en een pen/potlood
Telefoon is in de tas vooraan.
Doe je schrift en boek open zodat ik snel bij iedereen het gemaakte huiswerk kan controleren.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pak je boek, je schrift, je rekenmachine en een pen/potlood
Telefoon is in de tas vooraan.
Doe je schrift en boek open zodat ik snel bij iedereen het gemaakte huiswerk kan controleren.

Slide 1 - Tekstslide

  • je gaat  6 minuten in sti
Deze les?
  • wat hebben we de vorige les geleerd?
  • we kijken de gemaakte opdrachten na
  • uitleg, je bent stil en doet goed mee
  • je gaat 7 minuten in stilte werken
  • daarna kun je zachtjes met elkaar overleggen
  • we gaan nakijken
  • we sluiten de les af
Vragen (aan mij) mogen altijd gesteld worden

Slide 2 - Tekstslide

  • Ik weet wat behoeften zijn
  • Ik weet welke twee soorten behoeften er zijn en ken van elk twee voorbeelden
  • Ik weet wat goederen zijn en kan hier vijf voorbeelden van geven
  • Ik weet wat diensten zijn en kan hier vijf voorbeelden geven
  • Ik weet wat verbruiksgoederen zijn en kan hier drie voorbeelden van geven
  • Ik weet wat gebruiksgoederen zijn en kan hier drie voorbeelden van geven
  • Ik weet dat geld een € heeft en 2 decimalen
  • Ik weet dat de komma op mijn rekenmachine een punt is
  • Ik weet hoe ik moet afronden
  • Ik weet wat consumeren is
  • Ik weet wat zelfvoorziening is en kan hier vijf voorbeelden van geven
  • Ik kan een gemiddelde berekenen
LEER              EN

Slide 3 - Tekstslide

  • Ik weet waarom behoeften verschillen van persoon tot persoon
  • Ik weet wat budget is
  • Ik weet wat sociale beïnvloeding is
  • Ik weet wat commerciële beïnvloeding is
  • Ik weet wat reclame is en waarom dit er is
  • Ik kan met procenten een bedrag berekenen
  • Ik kan de prijs uitrekenen als er korting op de oude prijs is
LEER              EN

Slide 4 - Tekstslide

16 
Favoriete kleding- of schoenenmerk is voor iedereen persoonlijk.

Is dit altijd je favoriete merk geweest: waarschijnlijk niet, veel merken verkopen niet ook kinderkleding en de kleding die je nu draagt (maar dit kan natuurlijk wel).

Slide 5 - Tekstslide

17
De kleding is anders:
  • links zijn jongens, rechts meisjes
  • misschien hebben ze een andere leeftijd
  • ze hebben waarschijnlijk een andere smaak
  • ze hebben niet hetzelfde budget

Slide 6 - Tekstslide

18
Misschien heb je jezelf vergeleken met je vader/moeder of met een broer/zus.

19
Leraar zonder auto: misschien woont hij dichtbij, is hij milieubewust of erg sportief. Of hij geeft zijn geld liever ergens anders aan uit

Slide 7 - Tekstslide

20a
Commerciële beïnvloeding: KPN is een bedrijf die wil dat jij een smartphone koopt omdat zij daaraan verdienen.
20b
Sociale beïnvloeding: jij krijgt niet betaald om dit te zeggen. 
Je hebt er geen enkel financieel belang bij.

Slide 8 - Tekstslide

21a 
Sociale beïnvloeding: je vrienden.
21b
Commerciële beïnvloeding: de winkelketen.

22 let op je argumentatie!
Verstandig: ze wil alleen een jas verkopen die je goed staat. Zodat je later nog eens terug komt.
Onverstandig: nu heeft ze geen geld aan je verdient.

Slide 9 - Tekstslide

23a
Reclames die jij leuk vind.

23b
Eigen antwoord: misschien had jij zonder reclame niet geweten dat er een aanbieding was, of dat het product te koop was.

Slide 10 - Tekstslide

24
reclame via:
  • shirtreclame bij sportteams
  • billboards langs wegen
  • advertenties in kranten en regionale bladen
  • reclameborden in stadions
  • posters in bushokjes
  • reclames op vrachtwagens en bussen

Slide 11 - Tekstslide

25a
Je koopt dan snel zo'n product omdat de actie zo weer voorbij is (anders zou je rustig kunnen wachten tot je het product echt nodig hebt).
25b
Deze reclame laat je denken dat je ook heel goed in turnen wordt
als je deze yoghurt koopt. Ook denk je dat Epke als topturner 
heel goed weet wat gezond is.
25c
Als tandartsen het zelf gebruiken dan geloof je dat dit advies goed is. De meneer komt deskundig en betrouwbaar over.

Slide 12 - Tekstslide

26a
Deodorant € 3,75 korting 40%
60% van € 3,75 = 3,75/100 x40 = € 1,50
26b
Deodorant € 3,75 korting 40%
Je moet nu dus nog 60% betalen.
60% van € 3,75 = 3,75/100 x60 = € 2,25
of
3,75-1,50 = € 2,25

Slide 13 - Tekstslide

27
Hugo Boss  Femme: 31% korting normale prijs  € 72,02
Betalen moet je 69% dit is 72,02/100 x69 = € 49,69

Hugo Boss Hugo: 41% korting normale prijs € 59,31
Betalen moet je 59% dit is 59,31/100 x59 = € 34,99

Slide 14 - Tekstslide

28 
Als consument wordt je verleid tot aankoop als je ziet hoeveel voordeel je hebt.

Slide 15 - Tekstslide

Tekst

Slide 16 - Tekstslide

§1.3
Sta je sterk als consument?

Slide 17 - Tekstslide

Consumentenorganisaties
Steunen de consument.

Zijn er voor advies en advies


Vergelijkend warenonderzoek

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Deugdelijk product
product moet bij normaal gebruik een redelijke termijn meegaan

Garantie
de winkelier is verantwoordelijk. Bij elektronische app. is dit 2 jaar.
reparatie, vervanging of geld terug

Slide 20 - Tekstslide

Maak in stilte
en
zelfstandig
de opdrachten 29 t/m 42 
pagina 16 t/m 19

 Ben je klaar: 
Neem alvast §1.4 door


timer
7:00
ben je niet stil => strafwerk!

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 22 - Tekstslide

29 
Waar je op let als je nieuwe sportschoenen koopt:
  • zijn ze geschikt voor waar je ze voor gebruiken wilt
  • is de maat goed
  • is de prijs oké
  • gaan ze een tijdje mee
  • staat de kleur je aan
  • is de pasvorm goed
  • is het merk in orde

Slide 23 - Tekstslide

30
Je kunt aan de buitenkant niet zien:
  • zitten ze lekker
  • kun je er fijn op lopen
  • zijn ze geschikt voor jouw sport
  • etc

Slide 24 - Tekstslide

31a
De consumentenbond heeft veel verschillende merken schoenen getest op verschillende onderdelen.
31b
De winkelier wil winst maken; waarschijnlijk maakt hij op deze schoenen meer winst. Of hij heeft de schoenen die als beste uit de bus komen niet zelf. Of hij heeft van andere klanten gehoord dat deze schoenen ook erg goed zijn.

Slide 25 - Tekstslide

32a
Deze provider wil nog graag één jaar extra aan jou verdienen.
32b
De consumentenbond wil consumenten graag beschermen en voorlichten. Uitleg geven over zijn rechten.

Slide 26 - Tekstslide

33a  Een vergelijkend warenonderzoek heet zo'n onderzoek.
33b  € 1,29 gedeeld door 6 is de prijs per ijsje.
33c
Nummer 2: € 1,39 / 8 = € 0,17
Nummer 3: € 1,39 / 8 = € 0,17
Nummer 4: € 2,99 / 8 = € 0,37
Nummer 5: € 1,39 / 8 = € 0,17
Nummer 6: € 2,85 / 8 = € 0,36
Nummer 7: € 1,49 / 4 = € 0,37
Nummer 8: € 1,39 / 8 = € 0,17

Slide 27 - Tekstslide

34
Beste prijs- kwaliteitsverhouding: hier heb je een vrij goede kwaliteit voor een redelijke prijs.

Slide 28 - Tekstslide

35a
1. Hoe meer naar links, hou duurder het product is.
2. Hoe hoger, hoe beter het product is.
35b
Zie afbeelding.


35c
Nummer 2 is (bijna 25%) goedkoper terwijl de kwaliteit vrij goed is.

Slide 29 - Tekstslide

36aConsumentenbond maakt geen 
omdat ze onafhankelijk willen zijn.
36b
Je hebt meer aan de consumentenbond, die zijn onafhankelijk en zijn er om de consument te helpen. Een winkelier wil producten verkopen waaraan ze verdienen. 
Dat is niet altijd het beste product.

Slide 30 - Tekstslide

37a
Ja hoor, bij banden is het normaal dat ze na een paar jaar versleten zijn.
37b
Waren de banden al na één maand versleten dat zou het niet gaan om een deugdelijk product. Banden moeten langer meegaan.

Slide 31 - Tekstslide

38
De telefoon is geen deugdelijk product.
De winkelier kan eerst de telefoon repareren of omruilen.
Als dat niet mogelijk is, moet hij jou het aankoop bedrag terug betalen.

Slide 32 - Tekstslide

39a
De boete kan ze krijgen van de NVWA 
(Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit)
39b
De wet heet de Warenwet
39c
Hopelijk heb je gekozen voor ja: je kunt van haar vlees ziek worden, ze moet zich aan de wet houden.

Slide 33 - Tekstslide

40 
Verbruiksgoederen slijten, ze gaan een korte tijd mee, daarna zijn ze op.
Onderdelen moeten een langere tijd meegaan.

Slide 34 - Tekstslide

41a
Voor de vervanging van de motor hoef je niet te betalen. Dit is garantie!
41b
€ 17,50 + € 36,- = € 53,50

Slide 35 - Tekstslide

42
Bij een geschil kun je altijd hulp vragen bij de consumentenbond.

Slide 36 - Tekstslide

LEER              EN

                     §1.3

Slide 37 - Tekstslide

  • Ik weet waarom er consumentenorganisaties zijn
  • Ik weet vijf consumentenorganisaties
  • Ik weet wat een vergelijkend warenonderzoek is
  • Ik kan de uitslagen van een vergelijkend warenonderzoek lezen
  • Ik weet wat de Consumentenbond doet en voor wie
  • Ik weet wat een deugdelijk product is
  • Ik weet wat de Warenwet inhoudt
  • Ik weet waar de letters NVWA voor staan
  • Ik weet wat de NVWA doet
  • Ik weet wat garantie is
  • Ik weet op welke drie manieren garantie kan worden gegeven
LEER              EN

Slide 38 - Tekstslide