Lesdoelen: Migratie, Arbeidsmigranten (gastarbeiders), Gezinshereniging, Migratieachtergrond, Vertrekreden, Vestigingsreden, Kennismigranten, Asielzoekers.
- R = Je kunt uitleggen wat migratie betekend
- T1 = Je kunt aan de hand van een foto uitleggen of het over asielzoekers of over arbeidsmigranten gaat.
- T2 = Je kunt globaal aangeven waar migratie veel voorkomt en waarom
- I = Je kunt beredeneren waarom Kennismigranten vaker worden toegelaten in een land dan asielzoekers