Leerjaar 2 GL, 1.2 hoeken berekenen in driehoeken vlakke figuren (G&R 12e editie)

Hoofdstuk 1 Vlakke figuren 

1.2 Hoeken berekenen in driehoeken

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 Vlakke figuren 

1.2 Hoeken berekenen in driehoeken

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
- Ik herken de verschillende soorten driehoeken.
- Ik weet hoe ik een hoek kan berekenen van een driehoek


Slide 2 - Tekstslide

Dit weten we al
  • De drie hoeken van een driehoek vormen altijd een rechte lijn
  • Een rechte lijn = 180 graden 
  • de drie hoeken van een driehoek zijn samen altijd 180 graden = hoekensom driehoek 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel graden zijn de 3 hoeken van een driehoek samen?
A
90
B
180
C
270
D
360

Slide 6 - Quizvraag

In een gelijkzijdige driehoek zijn alle hoeken
A
50 graden
B
60 graden
C
70 graden
D
80 graden

Slide 7 - Quizvraag

Hoe groot is hoek C?
A
210 graden
B
55 graden
C
30 graden
D
Kun je zo niet berekenen, driehoek is niet rechthoekig.

Slide 8 - Quizvraag

In een driehoek is een hoek 40 graden en een andere hoek is 65 graden. Hoe groot is de derde hoek?
A
95 graden
B
55 graden
C
75 graden
D
85 graden

Slide 9 - Quizvraag

In een driehoek is :
Hoek A 90 graden
Hoek B 60 graden
Hoe groot is hoek C?
A
0
B
30
C
60
D
90

Slide 10 - Quizvraag

Huiswerk


Opgave 15 t/m 21 (schrift)
Mavo: 15 t/m 24 (schrift)

 

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?
  • De hoeken van een driehoek samen zijn altijd 180 graden.
  • Dit noemen we de hoekensom & dit gebruiken we om hoeken te berekenen in een driehoek.

Slide 12 - Tekstslide