Les 3, D grammaire (25-11) A1A


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker van de vorige les.


Aujourd'hui, c'est lundi
A1A
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les


Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek of ga verder met je woordzoeker van de vorige les.


Aujourd'hui, c'est lundi
A1A

Slide 1 - Tekstslide

Le programme:
- Grammaire D regelmatige werkwoord op -er


Slide 2 - Tekstslide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je regelmatige werkwoorden op -er gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 4 - Tekstslide

SO chapitre (hoofdstuk) 2 = 
Woensdag 4 december

Woordjes A + B NL-FR & FR-NL blz. 92
Phrases-clés C (zinnen) NL-FR & FR-NL blz. 94
Grammaire D werkwoord op -er blz. 95
A + B hebben we vorige week behandeld, D is het laatste nieuwe onderdeel (behandelen we vandaag)

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk bespreken:
In Studiewijzer op Magister vind je de antwoorden van B, lire. Kijk dit zelfstandig na tijdens het werken (zelf verantwoordelijk).

Vragen? Stel ze!!

Slide 6 - Tekstslide

D, grammaire 
Het regelmatige werkwoord op -er
Ouvre le livre à la page 72

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Video
het regelmatige werkwoord op -er

Slide 9 - Tekstslide

Aantekening:
Open je aantekeningenschrift en schrijf mee.

Snap je iets niet? Stel een vraag!

Slide 10 - Tekstslide

Let op:
Je ziet dat de persoonlijk voornaamwoorden (je / tu / il / elle ....) weer terugkomen net als bij het werkwoord 'avoir' (hebben).

 

Vind je dit nog ingewikkeld? Lees dan grammaire H van chapitre 1 nog eens door, kijk de uitlegvideo online in de methode nog eens of stel vragen!
Wie vindt de persoonlijk voornaamwoorden nog ingewikkeld?

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen....

Schrijf de antwoorden in je aantekeningenschrift. Weet je de betekenissen van de persoonlijk voornaamwoorden niet meer -> lees het blokje op blz. 48 nog eens.

Klaar? Begin met het huiswerk (ex.  16ABE + 17AB). Houd je schrift open voor controle
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord op -er
1) Tu ........... (parler) français?
2) Oui, je .......... (parler) français.
3) Elle ......... (donner) un cadeau.
4) Nous ............ (chercher) un restaurant.
5) Tobias ............. (demander) la réponse.
6) Elles ............... (trouver) une maison
7) Tobias et Fleur ............. (parler) néerlandais.

Slide 12 - Tekstslide

Even oefenen....

Schrijf de antwoorden in je aantekeningenschrift. Weet je de betekenissen van de persoonlijk voornaamwoorden niet meer -> lees het blokje op blz. 48 nog eens.

Klaar? Begin met het huiswerk (ex.  16ABE + 17AB). Houd je schrift open voor controle
Gebruik de juiste vorm van het werkwoord op -er
1) Tu parles (parler) français?
2) Oui, je parle (parler) français.
3) Elle donne (donner) un cadeau.
4) Nous cherchons (chercher) un restaurant.
5) Tobias demande (demander) la réponse.
6) Elles trouvent (trouver) une maison
7) Tobias et Fleur parlent (parler) néerlandais.

Slide 13 - Tekstslide

Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 16ABE + 17AB
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Herhaal vocabulaire A+B of leer phrases-clés C (Slim stampen)
Extra uitleg nodig? Geef het aan!
Volgende les herhalen we grammaire D

Slide 14 - Tekstslide

Les devoirs (huiswerk):
- Maken: 16ABD + 17AB (evt. vragen noteren)
- Leren: aantekening grammaire D + phrases-clés C
Volgende les herhalen we grammaire D + PW bespreken

Slide 15 - Tekstslide

Proefwerk bespreken:
- Zorg dat je tafel helemaal leeg is

- Vragen? Stel ze na het bespreken.
Schrijf na het bespreken een verbeterpunt op dat je de volgende keer anders wilt doen & een punt dat al heel goed gaat en dat je wilt blijven doen 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Startoefening:
1) Helpen         -> ik help      aider               -> j'aide
2) Zoeken        -> ik zoek     chercher       -> je cherche
3) Vragen         -> ik vraag   demander    -> je ............
4) Luisteren    -> ik luister  écouter          -> je ......


Bekijk de oefening samen met je buurman/buurvrouw. Wat gebeurt er telkens? Wat moet je invullen bij zin 3 en 4?
timer
1:30

Slide 18 - Tekstslide

Startoefening:
1) Helpen         -> ik help      aider               -> j'aide
2) Zoeken        -> ik zoek     chercher       -> je cherche
3) Vragen         -> ik vraag   demander    -> je demande
4) Luisteren    -> ik luister  écouter          -> j'écoute


Bekijk de oefening samen met je buurman/buurvrouw. Wat gebeurt er telkens? Wat moet je invullen bij zin 3 en 4?
timer
1:30

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide